Verdachte politiemol Mark M. uit Weert had eerder aangehouden kunnen worden, als de politie in Eindhoven beter had opgelet. Een baliemedewerkster van de politie deed niets met een mailtje waarin een vrouw melding maakt van het feit dat haar ex informatie kon kopen bij een agent van de Criminele Inlichtingendienst. 

Dat meldt De Limburger, die nieuwe delen van het strafdossier heeft in gezien.

Ex-vriendin

De ex-vriendin van Eindhovenaar Jeffrey van den A. deed in de herfst van 2014 aangifte tegen haar ex. Hij zou haar hebben mishandeld en bedreigd. Ter aanvulling van haar aangifte stuurde ze een mail naar een baliemedewerkster van de politie in Eindhoven, met wie de vrouw intensief contact onderhield. Daarin schrijft ze dat Jeffrey contact heeft met iemand van de Criminele Inlichtingendienst. Die zou hem stukken uit haar aangifte verstrekken. ‘Deze krijgt (koopt) maandag Jeffrey van deze man’, schrijft ze letterlijk. De baliemedewerkster sloeg de mail op, maar deed er verder niets mee.

Ontmaskerd

Als de tip was nagetrokken, zou duidelijk geworden zijn dat politieman Mark M. de dag na het mailtje de gegevens van Jeffrey van den A. en zijn ex uit het recherchesysteem had gehaald. Omdat er niets met de tip van de vrouw gebeurde duurde het nog zeven maanden voordat de politiemol in 2015 werd ontmaskerd.

Acht ton

De rechtszaak tegen Mark M. en vier medeverdachten begint dinsdag a.s. M., wiens voorlopige hechtenis is geschorst, wordt onder meer verdacht van corruptie, het verkopen van informatie aan criminelen, plichtsverzuim en witwassen. Hij werkte zes jaar voor de politie en zou acht ton hebben opgestreken. Hij had inzage in honderd onderzoeken. Gerard Bouman, toenmalig korpschef van de Nationale Politie, noemde Mark M. ‘de rotste appel sinds tijden’.