Aran de Jong, die zaterdagochtend in Eindhoven werd doodgeschoten, had 18 mobiele telefoons waarmee hij volgens justitie contact had met leden van zijn criminele organisatie. Dat blijkt uit een politiedossier dat in handen is van Omroep Brabant. In december zou De Jong voor de rechter moeten komen, maar zaterdag werd hij voor zijn huis doodgeschoten.

De Jong wordt verdacht van de handel in duizenden kilo’s hasj en wiet, die hij exporteerde naar Italië en Engeland. Ook zou zijn organisatie 3040 kilo hasj uit Pakistan hebben ingevoerd. Die lading werd onderschept in Werkendam. Volgens de politie was De Jong niet direct betrokken bij de transporten, maar nam hij wel grote bedragen in ontvangst. Zo werd er geld afgeleverd aan zijn woning in Eindhoven.

Bij een grote actie van de politie in mei 2011 werd de organisatie van De Jong opgerold. Er werden huiszoekingen gedaan, onder meer in de woning van De Jong aan de Diamantring in Eindhoven. Ook werd in zijn oude woning, dat nog steeds op zijn naam stond, binnengevallen. In de woningen werd onder meer een hobbelpaard vol met geld gevonden.

Ook werden twee garageboxen van De Jong binnengevallen. De Eindhovenaar zou ook betrokken zijn bij het witwassen van verschillende auto’s, namelijk een Ferrari F430, een Audi RS6 en een Porsche 911 Turbo. Toen De Jong afgelopen zomer vervroegd werd vrijgelaten, heeft hij volgens buurtbewoners direct een nieuwe auto gekocht.

Zaterdagmorgen rond vijf uur werd de auto van De Jong onder vuur genomen. Hij raakte zwaargewond, maar wist waarschijnlijk zijn auto nog te verlaten. Hij is naar het fietspad gevlucht, waar hij later door de politie dood werd teruggevonden. De politie heeft 25 rechercheurs op de zaak gezet.