Rechtbank: acht jaar cel voor moordpoging

De rechtbank in Zutphen heeft een 43-jarige Arnhemmer A. J. veroordeeld tot 8 jaar cel voor poging tot moord omdat hij op 31 oktober 2013 tot drie maal toe gericht schoot op een man in Apeldoorn. Hij is door politieagenten en het slachtoffer herkend op camerabeelden van het bedrijf waar het gebeurde.

Werkplek

Volgens de rechtbank is de Arnhemmer bewust met een wapen naar de werkplek van het slachtoffer gegaan. Dit wapen had hij in zijn hand, verborgen onder zijn jas, toen hij naar binnen ging. Nadat hij had gevraagd of het slachtoffer aanwezig was en deze zich kenbaar had gemaakt, heeft de schutter drie keer gericht op het slachtoffer geschoten en is er daarna vandoor gegaan. Hieruit leidt de rechtbank af dat er sprake was van een poging tot moord.

Voorbedachte raad

De rechtbank vindt niet alleen dat de schutter de bedoeling had zijn slachtoffer te doden, maar ook dat hij dit met voorbedachte raad heeft gedaan. Dat het slachtoffer niet is overleden, maar slechts een schotwond aan zijn arm had, komt doordat hij onder een bureau is gedoken.

Lagere straf

Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat de Arnhemmer met een of meer anderen heeft samengewerkt. Om die reden komt de rechtbank ook tot een iets lagere straf. De officier van justitie had tien jaar geëist. De verdachte heeft in het gehele proces gezwegen. Het slachtoffer is een schadevergoeding toegekend.

Vermoedens

De officier van justitie heeft ter zitting gezegd dat er ‘sterke vermoedens’ zijn dat J. in opdracht heeft gehandeld en ook te weten wie de opdrachtgever was, maar het niet te kunnen bewijzen. J. liep nog in een proeftijd toen hij de poging tot moord zou hebben begaan. Hij was onder meer veroordeeld voor tien maanden voorwaardelijke celstraf, vanwege een afpersing.

Het vonnis.