Rechtbank ontziet ook coffeeshop met voorraad

Een coffeeshophouder met een voorraad van honderd kilo softdrugs heeft geen straf opgelegd gekregen van de Amsterdamse rechtbank. Dat staat haaks op het gedoogbeleid, waar coffeeshops geen grotere voorraad dan 500 gram aan mogen houden. Volgens de rechtbank mag dat wel als de coffeeshop op ‘economisch verantwoorde wijze’ wordt geëxploiteerd.

In een bedrijfspand van coffeeshophouder Edo Landtman, lange tijd mede-exploitant van Superfly in Hoofddorp, werd begin vorig jaar een voorraad van 100 kilo wiet en hasj in beslag genomen. Dat is ruim meer dan de toegestane voorraad van 500 gram. De rechtbank bevond hem schuldig, maar legde geen straf op omdat hij zijn bedrijf ‘goed op orde’ had, meldt Het Parool donderdag.

In het gedoogbeleid wordt de verkoop van wiet in coffeeshops toegestaan, maar wordt de aanvoer (‘de achterdeur’) afgesneden. Een coffeeshop mag slechts een kleine voorraad wiet aanhouden. De rechters zijn dat zat, bleek eerder deze maand al toen twee wietkwekers wel schuldig werden bevonden, maar geen straf kregen opgelegd omdat ze aan de principes van het gedoogbeleid voldeden.

De rechtbank van Amsterdam had in de zaak rond de voorraad van de coffeeshop een soortgelijke onderbouwing. ‘Aansluitend bij uitspraken van andere rechterlijke instanties acht de rechtbank het een kwestie voor de wetgever om deze achterdeurproblematiek te reguleren’, valt in het vonnis te lezen. De rechtbank heeft aangekondigd geen straffen op te leggen zolang de coffeeshops het beleid op een verantwoorde wijze overtreden.