HR: Klacht tegen rechter gegrond

In de zaak van de middels een omstreden procedure aan Polen uitgeleverde Robert Hörchner, heeft de Hoge Raad een klacht tegen een Amsterdamse rechter gegrond verklaard. Rechter A.A. Spoel had zitting in de overleveringskamer die in 2007 besloot dat Hörchner (foto) wegens een verdenking van betrokkenheid bij wiet-handel naar Polen mocht worden overgeleverd. 

Maar Spoel had zich moeten verschonen omdat haar vorige werkgever, de landsadvocaat, betrokken was bij de zaak, aldus de Hoge Raad. Als rechter had ze de schijn van partijdigheid op zich geladen.

De Brabantse ondernemer Robert Hörchner is vanaf 1999 vervolgd in Nederland omdat hij met xtc te maken zou hebben, een loods van hem zou voor xtc-handel zijn gebruikt. Maar daarvan werd hij op alle fronten vrijgesproken. In 2007 bleek dat Polen hem verdacht van wietteelt. In 2008 kwam hij op borgtocht vrij: hij bleek zwaar vermagerd, had huidziektes en een posttraumatische stressstoornis. De foto links is gemaakt kort na de terugkeer van Hörchner.

Hörchner zegt onschuldig te zijn en zegt ook te kunnen bewijzen met documenten dat er is gemanipuleerd in het verzoek waarmee Polen om zijn overlevering vroeg.

De Amsterdamse overleveringskamer die in 2007 moest besluiten over de overlevering wilde aanvankelijk daarin niet toestemmen, en vroeg nadere informatie aan Polen. Kort daarop werden twee rechters in die kamer vervangen en keurde de rechtbank alsnog de overlevering goed. Spoel, die één van de nieuwe rechters was, had zich in die zaak direct moeten verschonen, vindt de Hoge Raad. Ze werkte enkele maanden daarvoor nog bij het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, dat voor de Nederlandse staat verwikkeld was in procedures met Hörchner. En stukken van die procedures zaten ook in het overleverings-dossier dat voorlag.

Nadat Cees Korvinus, de advocaat van Hörchner, een klacht had ingediend bij de Amsterdamse rechtbank, reageerde rechtbank-president Carla Eradus dat ‘roostertechnische’ problemen de oorzaak waren geweest van de vervanging en het plaatsen van Spoel op het dossier Hörchner. De klacht werd door haar niet gegrond verklaard.

Na kamervragen oordeelde ook toenmalig minster van Justitie Ernst Hirsch-Ballin dat kennelijk roostertechnische problemen de schijn van partijdigheid bij een oordeel over een overlevering rechtvaardigen. Maar de Hoge Raad is het daar dus niet mee eens.

Er zijn veel klachten over de overlevering in het kader van het EAB (Europese arrestatiebevel) van de Europese Unie. Het EAB is gebaseerd op onderling vertrouwen in Europese rechtsstelsels. Dat heeft tot gevolg dat de Nederlandse rechter slechts zeer summier kan kijken of het overleveringsverzoek wel voldoende inhoudelijke grond heeft.

Een ander probleem is dat in een land als Polen de detentieomstandigheden verre zijn van het niveau dat in Nederland als minimaal geldt.

De PvdA wil dat geen Nederlanders nog naar Polen worden overgeleverd.