De politie mocht de vinger van een verdachte gedwongen bij zijn smartphone houden om die te ontgrendelen. Dat heeft de rechtbank in Haarlem geoordeeld in een zaak tegen een phishing-verdachte.

Actieve en passieve medewerking

In de wet is het principe vastgelegd dat een verdachte niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. De rechter ziet het leggen van een vinger op een telefoon als iets anders. In dit geval gaat het niet om “actieve medewerking” maar om passieve medewerking, en die is toegestaan in de wet. Bijvoorbeeld bij verplichte dna-afname of bloedafname. De rechtbank vindt het opleggen van de vinger daarmee te vergelijken.

Beperkte inbreuk

De rechter vindt het plaatsen van de vinger van de verdachte op de sensor slechts een beperkte inbreuk op diens lichamelijke integriteit.

Een juridisch discussiepunt voor het hoger beroep blijft wel dat bloedafname of dna-afname als methode exact in de wet omschreven staat, wat niet geldt voor het opleggen van een vinger op een smartphone. Naar verwachting zal de regering de wet hierop aanpassen.

De bezitter van de smartphone werd met medeverdachten veroodeeed tot celstraffen van minder dan een jaar.