Het gerechtshof Den Haag heeft maandag in hoger beroep 11 jaar en 10 maanden gevangenisstraf opgelegd aan de 49-jarige man uit Polen die in mei 2013 opzettelijk zijn 32-jarige echtgenote doodde. Daarna zaagde hij haar lichaam in stukken en gooide die in het water.

Paniek

De vrouw had een relatie met een andere man en de twee waren bezig te scheiden. Haar vriend deed aangifte van vermissing.

De man ontkent zijn vrouw te hebben gedood. Volgens hem is er wel een heftig gevecht geweest tussen hen, in verband met de door de vrouw aangezegde scheiding. Volgens hem beet zijn vrouw daarbij in zijn vingers. Vervolgens dronk hij in een andere kamer en fles sterke drank leeg en viel hij in slaap. Hij zegt dat hij haar bij ontwaken dood heeft aangetroffen. Daarna raakte hij in paniek en heeft hij haar lichaam stukgezaagd en weggemaakt.

Op aanwijzen van de man heeft de politie in de periode van 22 mei 2013 tot en met 15 juni 2013 op verschillende locaties in de gemeente Haarlemmermeer, negen in een koffer en vuilniszakken verpakte delen van het lichaam van het slachtoffer gevonden.

15 jaar

De man was nooit eerder veroordeeld. Het openbaar ministerie had een gevangenisstraf van 15 jaar geëist. Ook had de rechtbank die straf opgelegd na een eis van 14 jaar. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met vergelijkbare gevallen en heeft de straf met twee maanden gekort wegens de lange duur van de procedure.

Het arrest.