Gruwelijke moord Brussel opnieuw in onderzoek

Donderdag zijn in België vijftien mannen en vrouwen opgepakt en verhoord in de moordzaak rond Christine van Hees. Dat schrijft Het Laatste Nieuws. Het meisje was 16 toen ze in 1984 gefolterd en vermoord achtergelaten werd onder een brandende stapel hout in een champignonkwekerij in Oudergem, bij Brussel. De kwekerij is uitgebrand en later gesloopt. De nieuwe afdeling ‘Cold Cases’ van de Brusselse federale politie heeft de zaak opgepakt. 

 

De zaak is pikant omdat de beroemde (aanvankelijk anonieme) getuige X1 – Regina Louf – tegenover de politie halverwege de jaren negentig vele details bleek te kunnen geven over de inrichting van het gebouw, zoals over het behang, de bakken voor de champignons, de haken aan het plafond en de vele trappen. Ze zei Christine van Hees te hebben gekend en beschreef ook hoe ze daar vermoord zou zijn door onder meer Michel Nihoul, de vrijgesproken medeverdachte van Marc Dutroux.

Getuige X1 is uiteindelijk weggezet als een fantaste. Toch kon de zoon van de voormalige eigenaar van de champignonkwekerij, die Louf niet kende, met foto’s aantonen dat de beschrijving van Regina Louf geheel waarheidsgetrouw was. ‘Ze zou de kwekerij niet zo goed hebben kunnen beschrijven als ze er niet zelf was geweest,’ zei hij tegen journalisten.

Het onderzoek naar de zaak was in de jaren tachtig doodgelopen. Later bleek dat de onderzoeksrechter die het onderzoek indertijd had geleid, een goede bekende was van Michel Nihoul. Hij was ook advocaat geweest van de diens vrouw.

Het huidige onderzoek zou zich echter niet richten op Nihoul. De politie heeft mensen ondervraagd die in hun jeugd in punkbandjes in de buurt speelden en woonden. Er wordt ook dna-onderzoek gedaan.

Er zijn ook getuigen opnieuw verhoord van wie het vermoeden bestaat dat zij nog belangrijke informatie kunnen geven.

De kwekerij lag er al sinds 1972 verlaten bij, maar iedereen in de buurt wist wel dat punkers en druggebruikers gebruik maakten van de doolhof van donkere gangen. Toen de brandweermannen op zoek gingen naar de brandhaard, ontdekten zij een stapel smeulende houten dozen. Daarop lag het verminkte en gedeeltelijk verbrande lichaam van een jonge vrouw. Zij was aan handen en voeten gebonden met een snoer dat ook om haar hals gedraaid was. Haar kleren en sieraden lagen naast haar. Ze bleek te zijn gemarteld en gewurgd.

Ene Serge C. is in 1984 opgepakt, een punker met een hanekam. Hij heeft vele verschillende verklaringen afgelegd met uiteenlopende versies maar daarbij was niets concreets over het lot van het meisje.

Bij gebrek aan bewijs is C. na ruim drie jaar vrijgelaten. Andere verdachten zijn nooit aangehouden geweest in de zaak.

Over drie jaar is de zaak definitief verjaard.