Wiet in de pijp van Shakespeare

Een Zuidafrikaanse wetenschapper wil resten van het lichaam van schrijver William Shakespeare onderzoeken om aan te kunnen tonen dat Shakespeare drugs gebruikte. Francis Thackeray, antropoloog aan de Universiteit van Witwatersrand, heeft daarover een verzoek ingediend bij Anglicaanse kerk in Engeland om de graftombe van Shakespeare in Stratford-upon-Avon te mogen openen. Bij een opgraving in de tuin van het voormalige huis van Shakespeare is in 2001 een pijp met resten van cannabis gevonden.

Het skelet kan aanwijzingen geven over allerlei aspecten van de gezondheid en ook over de vraag of Shakespeare een cannabisroker was. Sommige historici denken dat de beroemde Britse toneelschrijver inderdaad wiet of hasj rookte.

Maar cannabis werd in de 16de eeuw ook gebruikt om textiel en touwen te fabriceren. Onderzoek op het lichaam van Shakespeare kan definitief uitsluitsel kunnen geven over zijn eventuele drugsgebruik.

Thackeray: ‘Als er nog haren in het graf te vinden zijn of keratine uit zijn nagels, kunnen we een chemische analyse uitvoeren waarmee de aanwezigheid van extreem kleine hoeveelheden cannabis kan worden aangetoond’.

Shakespeare zelf zou in principe afkeurend hebben gestaan tegenover het openen van zijn graf. Op de steen staat:

Blessed be the man that spares these stones. And cursed be he who moves my bones. 

Thackeray stelt dat hij de rust van de beenderen niet zal verstoren noch de botten verplaatsen.

Zie livescience.com.