64 jaar nadat hij door de maffia is vermoord, kreeg de vakbondsleider Placido Rizzotto (foto) donderdag alsnog een staatsbegrafenis. Pas onlangs werden zijn stoffelijke resten geïdentificeerd. Onder andere de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken en de burgemeester van Palermo waren bij de ceremonie aanwezig.

{youtube}CdlZsRwV3TM{/youtube}

In 1948 wordt Rizzotto van zijn kantoor in Corleone, Sicilië gehaald voor een gesprek in een kroeg. Niemand heeft de vakbondsman ooit nog teruggezien, maar iedereen weet wat er met hem gebeurd is.

Rizzotto had een sterk activistische achtergrond. Hij verzet zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Noord-Italië tegen het fascistische regime. Als de oorlog is beëindigd, gaat hij terug naar zijn geboordtedorp Corleone, waar de maffia een dikke vinger in de pap heeft. Hier wordt hij al snel vakbondsleider.

In die functie neemt Rizzotto het het op voor de lokale boeren. Zij hebben te weinig landbouwgrond en komen in verzet tegen de maffia, die grote belangen heeft in flinke stukken grond. Rizzotto organiseert het verzet en zet een actie op waarbij boeren het land dat werd beheerd door de maffia bezetten.

Twee verdachten van de moord worden opgepakt en bekennen medeplichtig te zijn. Ze vertellen waar het lichaam is gedumpt, op een stuk landbouwgrond even buiten Corleone. De beide mannen worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs nadat zij hun verklaring intrekken.

Pas in 2009 werden de stoffelijke resten opgegraven op de plek waar ze in ’48 gedumpt zijn. DNA-tests wijzen pas onlangs uit dat het inderdaad om Rizzotto ging. Daarom is pas nu een fatsoenlijke begrafenis mogelijk.

Volgens de huidige vakbondsleider wilde de maffia een symbolische daad stellen. Rizzotto moest niet alleen worden vermoord, maar ook volledig verdwijnen: iedereen moest hem vergeten. Dankzij de staatsbegrafenis is de opzet van de maffia volgens hem niet gelukt.

Beelden van de vondst van de resten en archief:

{youtube}I-GN1GxfLeY{/youtube}