Terugblik op Türkiyemspor

‘Onder- en bovenwereld ontmoetten elkaar bij de Amsterdamse amateurvoetbalclub Türkiyemspor, boegbeeld van Amsterdams multiculturele samenleving. Voorzitter Nedim Imaç financierde het eerste elftal met geld afkomstig uit de heroïnehandel, totdat hij in 2007 werd geliquideerd. Hoe kijken ex-spelers en bestuurders hierop terug?’ Dat schrijft Wesley Meijer in de nieuwe Crimelink.

‘Plok, plok. Het geluid is onmiskenbaar. Pal achter de Haarlemmerweg, in het door bedrijventerreinen overheerste Sloterdijk in Amsterdam-West, klinkt het geluid van kunststof hockeyballen op houten sticks. De zon schijnt, kinderen komen enthousiast aangerend. Op deze maandagmiddag trainen tientallen kinderen bij hockeyclub Westerpark op het afgelegen sportpark Spieringhorn. Niets herinnert eraan dat op dit terrein het afgelopen decennium grootse voetbaltriomfen werden gevierd. Onder de opstijgende witte rookpluimen van de kebab liet amateurclub Türkiyemspor zich jaren achtereen tot kampioen kronen. In de hoofdklasse, destijds het hoogste amateurniveau, was ‘Türkiyem’ zelfs drie keer de beste. Het jaar 2007, een jaar na de laatste hoofdklassetitel, leidde het einde van Amsterdams succesvolste voetbalclub na Ajax in. De voornaamste geldschieter en oud-voorzitter Nedim Imaç werd tot ongeloof van velen vermoord. In 2009 volgde het faillissement. Zo ging hét voorbeeld van de multiculturele samenleving ten onder door het dubbelleven van Nedim Imaç.

(…)

Op 17 februari 2007 wordt Imaç vermoord in Osdorp. Twee daders schieten volgens ooggetuigen vanuit een witte Mercedes-bus bij het Turkse restaurant Bir Bey op Imaç. Hij is daar om de twintigste verjaardag van zijn zoon te vieren. Imaç wordt meerdere keren geraakt, waarvan een keer in zijn hoofd. Al gauw geeft de politie aan sterk rekening te houden met een afrekening in het criminele circuit. Voor de leden, die altijd hebben gedacht dat Imaç fortuin had gemaakt in textiel en onroerend goed, komt dat nieuws als een klap. Later bevestigt de politie dat Imaç inderdaad in heroïne handelde. De oud-leden kunnen het ook vijf jaar later nog altijd niet geloven. Erkaya: ‘Ik weet niet anders dan dat hij in de textiel zat. Ik deed als penningmeester de huur van de velden, contributie, de kantine-inkomsten. Nedim deed alles rond het eerste elftal. Daar hadden wij geen omkijken naar. Als hij in de drugs zat, heeft hij het goed verborgen weten te houden. Het ging bij hem alleen maar over zijn gezin en voetbal. Alles draaide om Türkiyem. En anders was prins Willem-Alexander toch niet langsgekomen?’

Nog geen vier maanden na de moord krijgt Türkiyem weer een schok te verwerken. De voormalige aanvoerder Ali A. wordt door Giuseppe la S., kroongetuige in de grote Amsterdamse liquidatiezaak Passage, beschuldigd van het geven van opdrachten voor liquidaties in de Amsterdamse onderwereld, waaronder die op Imaç. A. is dan al gearresteerd (zie kader). Dat nieuws slaat in als een bom. Ali is in de jaren negentig, waarin de club razendsnel opklimt, de aanvoerder van Türkiyemspor en Imaç’ oogappel. Het nieuws komt hard aan bij de leden, maar ook na A.’s arrestatie blijft de kampioensfoto van 2000, waarop Imaç en A. naast elkaar zitten op de voorste rij met de beker voor hun voeten, gewoon in de kantine aan de muur hangen.

(…)’

Lees veel meer in Crimelink.