De rechtbank Rotterdam heeft woensdag drie mannen veroordeeld tot celstraffen van 28 tot 36 maanden, waarvan 14 tot 18 maanden voorwaardelijk. Ze zijn schuldig bevonden aan de invoer van 128 kilo cocaïne. Ze probeerden cocaïne vanuit containers van een haventerrein af te voeren.

Illegaal betreden

Twee van hen zijn ook veroordeeld voor het illegaal betreden van een haventerrein.

Op 6 mei 2023 heeft één van de mannen meerdere personen afgezet bij een haventerrein waar containers stonden. Hij fungeerde daarbij als uitkijk en haalde hen later weer op. De andere twee andere mannen hebben zich die avond schuldig gemaakt aan het uithalen van geperste blokken cocaïne uit een container.

Vervolgens hebben ze deze pakketten naar hun auto gebracht, met de bedoeling om de drugs verder het land binnen te smokkelen.

Geen criminele organisatie

Naast het invoeren van cocaïne en illegaal betreden van het haventerrein, werden de mannen werden ook verdacht van deelname aan een criminele organisatie. Maar de rechtbank vindt dat er daarvoor onvoldoende bewijs is. De aard, omvang en duurzaamheid van een eventuele organisatie kon niet worden vastgesteld. En evenmin kon de rechtbank vaststellen wat de verdachten hiervan wisten.

In het algemeen worden uithalers in de Rotterdamse haven vaak als een soort freelancers ingehuurd door netwerken die de cocaïne naar Nederland laten komen.

Lagere straf

De rechtbank heeft aan twee verdachten een lagere straf opgelegd omdat er rekening is gehouden met hun persoonlijke omstandigheden en de coöperatieve manier waarop ze zich hebben opgesteld gedurende het proces (zie het vonnis).

De derde man krijgt dezelfde straf als geëist. Dat komt omdat hij recent nog veroordeeld is voor een soortgelijk feit. Deze man heeft ook geen openheid van zaken gegeven tijdens het proces.