Kroongetuigen zijn onbetrouwbaar

Door Jillis Roelse

‘Professoren in het recht zijn ijdele mensen, nog ijdeler dan advocaten’, zei mijn hoogleraar ooit. Hij kon het weten, want hij was beide. Zijn wijze woorden kwamen vorige week in herinnering, toen de bekende (oud) hoogleraar in de criminologie Cyrille Fijnaut in De Volkskrant zijn proefballon losliet om nóg meer deals met boeven te sluiten.

Die ballon is niet erg nieuw. Hij kwam er bijvoorbeeld al mee in maart 2006 en in september 2011. En vorige week zocht hij de publiciteit opnieuw op met exact hetzelfde idee. Om zaken op te lossen in de top van de criminaliteit, zoals bij liquidaties en afpersingen, moet je boeven met boeven vangen. ‘Je moet die coöperatieve getuige natuurlijk niet geloven op z’n blauwe ogen’, zo zegt Fijnaut die zelf bruine ogen heeft. ‘Waar het om gaat is: legt hij een betrouwbare verklaring af?’. Als dat het geval is, dan moet justitie veel meer mogelijkheden krijgen om deals met criminelen te sluiten dan nu het geval is, aldus Fijnaut.

Helaas presenteert Fijnaut zijn idee op het niveau van Bassie & Adriaan, die achter B1, B2 en Vlugge Japie aan zitten. De werkelijkheid is veel ingewikkelder. Geen kroongetuige verklaart namelijk zonder eigen belangen in een strafzaak. Men wordt geen getuige uit oprechte wroeging of omdat men spijt van zijn geweten heeft. Een kroongetuige verklaart puur en alleen, om er zelf beter van te worden.

Daarom is het controleren van de betrouwbaarheid van een dergelijke getuige ook zo ontzettend belangrijk. Maar juist dat controleren van een kroongetuige is de achilleshiel van de rechtspraak. De rechter kan die betrouwbaarheid slechts controleren met de handen op zijn of haar rug gebonden, omdat het merendeel van de vragen omwille van de bescherming van de getuige niet mogen worden gesteld.

Ook is Justitie vaak alles behalve een betrouwbare partner om een deal mee te sluiten. Juist in de forse strafzaken verschenen pagina grote artikelen in de kranten, waarin bekende kroongetuigen (vaak gefotografeerd op een exotische bestemming) woest aangeven dat zij ná hun getuigenis aan hun lot worden overgelaten en het zonder verdere hulp van Justitie op eigen houtje moeten zien te redden. Het recente artikel in Vrij Nederland over de stevig betwiste getuige Remko van Lent in een lopende strafzaak laat fraai zien, hoe een deal buitengewoon uit de hand kan lopen.

Het is met deals met kroongetuigen zoals Maarten van Traa concludeerde over de IRT-affaire in 1996: ‘Wanneer men consequent de ene crimineel vrijuit laat gaan in ruil voor belastend bewijs tegen een andere crimineel, ondergraaft men de zin van het strafrecht. Bovendien kan de overheid door onderhandelen de regie kwijtraken.’ Daar kan geen Vlugge Japie iets aan veranderen, en Cyrille Fijnaut ook niet.

mr. Jillis Roelse
strafrechtadvocaat te Amsterdam