Vordering Fred R. afgewezen

De staat hoeft het voorarrest van Fred R. niet op te heffen. Dat heeft de voorzieningenrechter in Amsterdam vrijdag bepaald. Afgelopen woensdag eiste R. in kort geding die opheffing omdat hij al sinds 3 augustus 2006 in voorarrest zit. Justitie verdenkt hij hem van betrokkenheid bij de moord op caféhouder Thomas van der Bijl en eiste daarvoor recent in het liquidatatieproces ‘Passage’ levenslange gevangenisstraf.

Fred R. vindt dat de staat hem moet vrijlaten. Hij vindt het onrechtmatig dat hij niet in hoger beroep kan tegen de verlenging van zijn voorarrest, terwijl die hechtenis al zo lang duurt.

De kortgedingrechter vindt het voorarrest wel uitzonderlijk lang, maar acht dit niet onrechtmatig: de wet kent nu eenmaal niet meer hoger beroepsmogelijkheden tegen een verlenging van voorarrest.

Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vereist dit niet.

Fred R. zegt ook te vrezen dat de rechters in zijn strafproces niet meer objectief over hem kunnen oordelen omdat zij degene zijn die het voorarrest steeds hebben verlengd. Deze vrees kan volgens de rechtbank ter beoordeling worden voorgelegd aan een wrakingskamer. Nu deze garantie voor een eerlijk proces nog openstaat, kan volgens de kort gedingrechter niet worden aangenomen dat in hoger beroep zal worden geoordeeld dat Fred R. geen eerlijk proces heeft gehad. Aldus de rechtbank.

Hier het vonnis.