De delen van het menselijk lichaam dat in juni in 2005 in het water van de Nieuwe Gouw in Amsterdam is gevonden zijn van een slachtoffer dat afkomstig is uit het Midden-Oosten. Dat maakte de politie bekend in Opsporing Verzocht.

Zelfde slachtoffer

Eerst troffen twee vissers het hoofd van een menselijk lichaam in het water aan. Een paar dagen later vonden twee sportende mannen een mensenvoet. Ook op andere plekken in het water bleken lichaamsdelen te liggen: twee onderbenen en een onderarm. Dna-onderzoek wees in 2005  onomstotelijk uit dat alle lichaamsdelen van een en hetzelfde onbekende slachtoffer zijn.

Waterpijp

Uit dna-onderzoek bleek dat het slachtoffer een man van tussen de 30 en 40 jaar oud moet zijn geweest toen hij overleed, waarschijnlijk 34 of 35 jaar oud. Zijn lengte vaststellen is lastig, omdat er maar een paar lichaamsdelen beschikbaar zijn. De romp is bijvoorbeeld nooit gevonden. De schatting is dat het slachtoffer was tussen de 1.66 en 1.78 meter lang. Het gebit van de man was onverzorgd met veel nicotine aanslag. En opvallend was dat hij een uitsparing aan zijn tanden had, iets wat volgens de politie vooral voorkomt bij bij mensen die pijp of waterpijp roken.

2011

In het onderzoek is niet vast komen te staan waar de lichaamsdelen in het water zijn achtergelaten. In 2006 besloot het onderzoeksteam een gezichtsreconstructie te maken van het gevonden hoofd.

Een cold case team pakte het onderzoek in 2011 op. Uit een dna-test kwam vast te staan dat de man in ieder geval voorouders heeft die uit het Midden-Oosten komen.

Door deze zaak actueel te houden, hoopt het onderzoeksteam dat iemand toch wel iets wil vertellen wat die jaren geleden niet kon of durfde. En de rechercheurs hopen nu ook eventuele nabestaanden in het buitenland te kunnen bereiken via het internet.