Deuren rechtbank dicht voor bedreigde verdachten

Komende vrijdag wil de rechtbank in Assen de zaak van twee van de verdachten in een grote cocaïnezaak achter gesloten deuren behandelen. Ook (de advocaten van) medeverdachten hebben geen toegang. Dat is zeer ongebruikelijk omdat in Nederland rechtspraak openbaar is.

Cocaïne

Hoofdverdachte in de zaak is Saied H. (33) die wordt verdacht van het leiden van een criminele organisatie en het transport van 88 kilo cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek en voorbereiden van een coketransport van 400 kilo. De drugshandel zou tussen 2014 en 1015 hebben plaatsgevonden in Nederland, Duitsland en Zweden. Ook wordt hem vuurwapenbezit en witwassen ten laste gelegd.

Acht verdachten

Er staan vanaf woensdag in totaal acht verdachten terecht in tien zittingsdagen. De rechtbank maakte maandag bekend dat Ivo J. (28) vrijdag achter gesloten deuren zijn verklaring kan afleggen. De man uit Meppel heeft in 40 verklaringen al schuld bekend en inzicht gegeven van zijn kennis over de zaak. Justitie ziet hem als de directe medewerker van Saied H.. De recherche heeft laten weten dat bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) informatie is binnengekomen dat H. hem naar het leven zou staan. J. wordt inmiddels beschermd door justitie.

‘In vrijheid’

Ook verdachte Pascal W. (44) heeft een bekennende en belastende verklaring afgelegd, over één coketransport. Ook hij staat vrijdag apart terecht. ‘Vrijdag is besloten (niet openbaar), zodat verdachten in vrijheid hun verklaring kunnen afleggen’, aldus de rechtbank. Doorgaans worden alleen de deuren gesloten bij minderjarige verdachten of in buitengewoon gevoelige persoonlijke zaken of als de rechtbank kennis wil nemen van staatsgeheime informatie.

Achterkamertjespolitiek

‘Een volstrekt onbegrijpelijke beslissing’, zegt advocaat Louis de Leon van hoofdverdachte Saied H. tegen het Dagblad van het Noorden, ‘Dit begint op achterkamertjespolitiek in de rechtbank te lijken.’ De Leon wil de rechtbank woensdag misschien wraken. De advocaten van de andere verdachten vinden dat het verdedigingsbelang wordt geschaad als zij niet kunnen horen wat J. en W. te zeggen hebben en die informatie ook niet kunnen gebruiken als zij hen onder ede horen als getuige. J. weigerde eerder bij de rechter-commissaris een verklaring af te leggen.

In de recente Arville-zaak was ook een mede-verdachte die verklaringen aflegde over internationale cocaïnehandel, die zaak werd in de rechtbankbunker in Amsterdam-Osdorp gehouden, maar was wel openbaar.