Het gerechtshof van Amsterdam heeft de voorlopige hechtenis van Fred Ros niet opgeheven en ook niet geschorst. Het Openbaar Ministerie had gevraagd om opheffing van de hechtenis omdat hij zijn afspraken als kroongetuige is nagekomen en voldoende heeft gezeten.

14 jaar

Ros is door de rechtbank in het Passage-proces schuldig bevonden aan onder meer het laten vermoorden van Thomas van der Bijl, in 2006. Hij kreeg daarvoor 30 jaar cel. Na zijn veroordeling is Ros kroongetuige geworden. Hij moest opening van zaken geven over zijn kennis over levensdelicten. In ruil daarvoor reduceerde het Openbaar Ministerie de strafeis aanvankelijk met de helft tot 15 jaar en in hoger beroep tot 14 jaar omdat niet alle feiten bewezen werden geacht. Ervan uitgaand dat het hof hierin meegaat zou hij zijn straf hebben uitgezeten. Ros zit sinds de zomer van 2006 vast.

Geen schorsing

Het gerechtshof heeft echter besloten dat zij niet nu al kan vaststellen dat er ernstig rekening mee gehouden moet worden dat de straf niet uit zal komen boven de tijd die hij in voorlopige hechtenis zal hebben doorgebracht, bij eindarrest. Dat de strafeis nu is gereduceerd tot 14 jaar doet daar niets aan af, zegt het hof.

Ook een schorsing van de hechtenis, zoals verzocht, wil het gerechtshof niet geven. Als de persoonlijke omstandigheden van Ros, hij heeft grote moeite met zijn detentie, zo ernstig zijn dan moet hij zich tot een arbiter of tot de civiele rechtbank wenden, vindt het gerechtshof.

In augustus wees het hof ook al verzoeken tot opheffing of schorsing van Ros af, net als overigens van een andere verdachte, Dino Soerel, tegen wie inmiddels levenslang is geëist.