De advocaat generaal in Arnhem heeft donderdag in hoger beroep opnieuw voorwaardelijke celstraffen en de maximale werkstraffen geëist tegen de twee oud-rechters Hans Westenberg (foto links) en Piter Kalbfleisch (foto rechts) die terechtstaan voor het plegen van meineed in de Chipsholzaak. Zij werden eerder door de rechtbank in Utrecht vrijgesproken.

Het Openbaar Ministerie (OM) acht ook in hoger beroep bewezen dat de 67-jarige oud-rechter Westenberg op 12 mei 2006 onder ede opzettelijk in strijd met de waarheid heeft verklaard dat hij voorafgaand aan het pleidooi in de Chipsholzaak in 1994 geen telefonisch contact heeft gehad met de advocaat van Chipshol.

De verklaringen van deze advocaat, mr. Smit, en zijn secretaresse zijn in de visie van het OM echter bewijs dat er wel direct telefonisch contact is geweest tussen de oud-rechter en de advocaat. Het meest sterke bewijsmiddel is volgens het OM een brief van deze advocaat die een paar dagen na het telefoongesprek is geschreven en waarin over dat gesprek wordt gesproken.

Het tweede feit dat het Openbaar Ministerie beide oud-rechters verwijt, is dat ze onder ede in strijd met de waarheid hebben verklaard over hun onderlinge contacten. Beiden verklaren in november 2010 dat zij slechts één of twee keer bij elkaar over de vloer zijn geweest. Een getuige heeft echter verklaard dat één van de oud-rechters geregeld bij de ander thuis kwam en daar mee at. Hoewel deze getuige haar verklaring achteraf op een aantal punten bijstelt, is er volgens het OM voldoende steunbewijs uit onder meer tapgesprekken voor de betrouwbaarheid van haar eerdere verklaring.

De oud-rechters zijn eerder door de rechtbank in Utrecht vrijgesproken in deze zaak. De advocaat generaal eiste donderdag de maximale werkstraf van 240 uur tegen beide heren en eiste voorwaardelijke celstraffen van vier en twee maanden.

Lees hier alles over deze zaak.