Opkomst van de Mexicaanse kartels

Verdovende middelen horen bij de Mexicaanse geschiedenis en cultuur. De oorspronkelijke bewoners van Mexico kenden de werking van cannabis en een reeks van natuurlijke producten als paddestoelen al voor de komst van de Spanjaarden. Smokkel van marihuana en heroïne uit Mexico naar de Verenigde Staten bestaat al sinds voor de Tweede Wereldoorlog. Sinds die tijd zijn er ook criminele groepen die van deze smokkel rijk proberen te worden. Aanvankelijk op bescheiden schaal maar vanaf de jaren tachtig brengt opkomst van de cocaïnehandel een dimensie die voordien onbekend was.

In de jaren tachtig begint het Colombiaanse Medellin-kartel, met als sterke man Pablo Escobar, op grote schaal cocaïne naar de VS te exporteren via Florida en onder meer de Bahama’s. Als de drugsbestrijding die route onder controle krijgt zoekt Escobar contacten in Mexicaanse kringen. Hij verlegt een aantal routes naar Mexico en maakt gebruik van de eeuwenoude sluiproutes voor contrabande over land, die ook gebruikt zijn voor de smokkel van heroïne en marihuana.

Na de dood van Escobar in 1993 komt het Cali-kartel met nieuwe routes naar de VS, met name door de lucht en over zee. Maar aan het eind van de jaren negentig heeft de Drug Enforcement Administration het Cali-kartel op knieën zodat er plaats komt voor nieuwe cocaïne-producenten.

Die nieuwe Colombiaanse groepen gaan hun routes andermaal in Mexico, en ook in andere Midden-Amerikaanse landen, zoeken. Het gaat deels over zee en deels over land in etappes via landen als Nicaragua, Honduras en El Salvador of direct naar havens aan de Caraïbische en Pacifische kant van Mexico.

Door de jaren heen hebben Mexicaanse groepen meer greep op het vervoer van cocaïne gekregen. Ze traden niet alleen op als betaalde transporteur maar bedongen gaandeweg ook betaling in product. Per vracht zou 30 tot 50% van de lading voor de Mexicanen worden.

Zo zijn de Mexicaanse kartels langzamerhand steeds krachtiger geworden en zelf steeds grotere spelers op de Noord-Amerikaanse markt. Vanaf 2000 hebben de Colombianen hun invloed op het grote afzetgebieden in Noord-Amerika goeddeels verloren. Zo staat de opkomst van de Mexicaanse kartels in direct verband met de teruggang van die Colombiaanse invloed als gevolg van de Amerikaanse drugsbestrijding.

Er zijn berichten die erop wijzen dat de invloed van de Mexicaanse kartels zich nu uitstrekt tot in productielanden als Bolivia, Peru en Colombia.

De Mexicaanse drugskartels zouden nu driekwart van de import van verdovende middelen naar de VS controleren. Van de cocaïne gaat volgens de VS zelfs 90% via Mexico.

Overigens is cocaïne niet de meest winstgevende exportdrug. Dat is nog steeds marihuana, want goeddeels in Mexico zelf geteeld maar daar komt verandering in doordat steeds meer marihuana door Amerikaanse huishoudens wordt geteeld. Om deze concurrentie aan te kunnen investeren Mexicaanse organisaties nu in weed-productie in de VS zelf.

Verder is Mexico voor heroïne en ephedrine één van belangrijkste aanvoerlanden voor Noord-Amerika. Ephedrine komt uit met name uit China en is een grondstof voor de productie van metamfetamine.

Mexico is in omvang de 14de economie van de wereld. Verschillende analisten stellen dat jaarlijks ruim 20 miljard dollar aan drugsgeld terugvloeid naar Mexico, een onbekend bedrag aan drugswinst wordt geïnvesteerd in de VS of via de VS als zwart geld weggesluisd.