13 % vermoorde mannen slachtoffer afrekening

13 procent van de mannen die tussen 2010 en 2014 werden vermoord, waren slachtoffer van een moord in het criminele circuit. Het gaat om afrekeningen of om slachtoffers van bijvoorbeeld een mislukte ripdeal. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 40 procent van de gevallen worden mannen vermoord met een vuurwapen, terwijl 86 procent van de vermoorde vrouwen met een ander wapen om het leven werd gebracht.

De cijfers van het CBS gaan over moord en doodslag. In 2014 werden 144 mensen om het leven gebracht, blijkt uit de cijfers. Gemiddeld zijn dat bijna drie slachtoffers per week. Dat is het laagste aantal sinds 1996. Dat komt voornamelijk doordat er veel minder vrouwen werden vermoord: 31, bijna de helft van het aantal in 2013. Het aantal vermoorde mannen steeg juist fors.

Het CBS bracht ook cijfers over moordwapens naar buiten. Mannen werden tussen 2010 en 2014 vaak doodgeschoten (40 procent), vrouwen worden vaker neergestoken of verstikt.

Vrouwen worden het vaakst door hun partner of ex om het leven gebracht. Bij mannen komt dat nauwelijks voor; zij worden vaker door een kennis om het leven gebracht, en komen ook relatief vaak om het leven bij een criminele moord.

De meeste moorden worden in de grote steden gepleegd. Logisch, daar wonen immers de meeste mensen. In Amsterdam gaat het om 94 moorden tussen 2010 en 2014. In Rotterdam kwamen 66 mensen om het leven door een moord of doodslag, in Den Haag 35 en in Utrecht 15.

Als we kijken naar het aantal moorden per 100.000 inwoners, is ook Amsterdam de moordhoofdstad. Daar worden 2,38 per 100.000 inwoners gepleegd, Rotterdam is tweede met 2,16.

Bijna de helft van de slachtoffer is allochtoon, wat wil zeggen dat het slachtoffer of minimaal een van zijn of haar ouders in het buitenland is geboren. Het gaat om 35 procent van alle moorden om niet-westerse allochtonen.