2 jaar jeugddetentie voor tiener die 19-jarige doodschoot bij ripdeal

De nu 19-jarige Lars V. uit Hoofddorp is door de rechtbank in Haarlem veroordeeld tot twee jaar jeugddetentie, waarvan zes maanden voorwaardelijk. V. heeft op 13 juli 2020 de 19-jarige Amsterdammer Miriondy doodgeschoten. Ook is V., die ten tijde van het misdrijf 18 jaar was, veroordeeld voor wapenbezit en de verkoop van hasj.

Ripdeal

Lars V. had vorig jaar juli in Hoofddorp een afspraak gemaakt met een bekende om 300 gram hasj te verkopen. Hij nam een vuurwapen mee omdat hij bang was voor een ripdeal. Er kwamen drie personen naar de afspraak onder wie het slachtoffer. Uit het gedrag van de kopers en berichten die zij onderling per telefoon hebben verstuurd, blijkt dat zij V. inderdaad wilden beroven van de hasj.

Geen noodweer

Tijdens de afspraak ontstond eer en worsteling tussen de verdachte en het slachtoffer waarbij V. Miriondy in zijn borst schoot. Een getuige verklaarde later dat V. op dat moment de overhand had in het gevecht. De rechters vinden niet dat het schieten het gevolg was van hevige emoties. V. kan zich dus niet beroepen op noodweer(exces) en is strafbaar voor wat hij heeft gedaan, aldus de rechtbank in Haarlem.

Eis van tien jaar

Het Openbaar Ministerie had tien jaar cel geëist en vindt dat Lars V. volgens het volwassenenstrafrecht moet worden berecht. De rechtbank ging daar, op advies van deskundigen, niet in mee en paste het adolescentenstrafrecht toe. Volgens de experts kampt Lars V. met een ‘sociaal-emotionele achterstand’ en is hij nauwelijks in staat ‘zijn gedrag te organiseren en zelfstandig te functioneren’. De rechtbank legt de verdachte daarom de maximale jeugddetentie op van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Ook krijgt hij een proeftijd van twee jaar. De rechters vinden dat er ingezet moet worden op een opvoedkundige aanpak bij de strafoplegging.

30.000 euro

Naast de jeugddetentie legt de rechtbank Lars V. enkele voorwaarden op waaraan hij zich moet houden tijdens zijn proeftijd van twee jaar. Zo krijgt hij een alcohol- en drugsverbod en moet hij na zijn vrijlating onder meer verblijven in een instelling voor begeleid wonen, moet hij zich laten behandelen en een opleiding gaan volgen of werken. De verdachte moet aan de moeder en de stiefvader van het slachtoffer schadevergoedingen betalen van ruim 30.000 euro en 20.000 euro.