6 jaar voor poging doodslag IJburg

Een 35-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats is vrijdag door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot zes jaar cel voor het medeplegen van een poging tot doodslag in een woning op IJburg op 18 november 2017.

Volgens de rechtbank was de dader met twee anderen waarschijnlijk in de woning voor een drugsdeal. In de woning werd naast een grote hoeveelheid drugs ook veel contant geld aangetroffen. De drugsdeal liep verkeerd: de 35-jarige man schoot met een vuurwapen meerdere keren in het bovenbeen van het slachtoffer. Een andere verdachte stak hem meermaals met een mes in de borstkas en bij zijn oor.

Drie verdachten

De man drong op 18 november 2017 met twee andere verdachten de woning van het slachtoffer binnen. Hij en zijn vriendin werden gedwongen op hun knieën te gaan zitten. Toen de dader een vuurwapen op het slachtoffer richtte, sprong deze bovenop hem. De vriendin van het slachtoffer kon door de worsteling naar de badkamer vluchten. Door de worsteling kon de dader los komen en zijn vuurwapen pakken. Hij schoot het slachtoffer daarmee meerdere keren in zijn bovenbeen.

De dader wordt door de rechter ook verantwoordelijk gehouden voor het handelen van een Colombiaanse handlanger die vervolgens meerdere malen op de man instak. Het slachtoffer kan nog altijd niet goed lopen en autorijden als gevolg van het geweld. Ook heeft hij last van angst- en paniekaanvallen waarvoor hij bij een psycholoog loopt.

Opzettelijk

De rechtbank vindt dat de 35-jarige dader schuldig is aan het medeplegen van poging tot doodslag. Door te schieten op een vitaal lichaamsdeel, waar zich slagaders bevinden en te schieten op een persoon die al gewond is, is met opzet op de dood gehandeld, aldus de rechtbank. Tijdens het proces heeft de dader steeds een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Ook dat wordt hem door de rechtbank aangerekend.

Mogelijke ripdeal

Ook moet de man het slachtoffer een schadevergoeding van 5.900 euro betalen. De straf van de rechtbank is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie. Een van de andere twee verdachten is vrijgesproken. Het vermoeden bestaat dat de drie verdachten vreesden voor een ripdeal.