HR vernietigt zaak raadkamergeheim

De Hoge Raad heeft de veroordeling van voormalig raadsheer Wicher Wedzinga wegens schending van het raadkamergeheim als ‘niet onpartijdig’ ongedaan gemaakt. Wedzinga was raadsheer bij het gerechtshof in Leeuwarden, totdat hij werd geschorst. Dat tegen Wedzinga door dat gerechtshof vervolging werd bevolen, vindt de Hoge Raad bezwaarlijk. Wedzinga zou het geheim van de raadkamer hebben geschonden in de “ramkraakzaak” tegen Danny K.

Deze ramkraak met shovel vond plaats op 22 april 1996 in Amsterdam, op een Geldnet-vestiging. Een politieagente raakte gewond door vuur van de overvallers. Het overgrote deel van de buit werd uiteindelijk teruggevonden. De verdachten die in beeld zijn, gingen in eerste instantie van de haak wegens gebrek aan bewijs.

In 1998 dient zich een nieuwe getuige Edwin H. aan die verklaart tegen de verdachte Danny K.. Het blijkt een rammelende getuige aan wiens geloofwaardigheid te twijfelen valt. Uiteindelijk wordt een medeverdachte veroordeeld maar Danny K. wordt bij verstek vrijgesproken.

Ondanks het feit dat getuige H. ten overstaan van het hof bij hoger beroep zijn verklaring zelf nog afzwakt krijgt K. in 2003 toch een veroordeling. Raadsheer Wedzinga maakte deel uit van die kamer. In 2005 schorst het gerechtshof Wedzinga omdat hij inmiddels verdachte is in een mishandelingszaak.

In 2007 komt de getuige H. met een nieuwe verklaring waarin hij klip en klaar stelt dat hij K. erbij heeft gelapt.

In correspondentie met K.’s raadsheer Piet Doedens klapt Wedzinga desgevraagd uit het geheim van de raadkamer. Hij zegt ‘van meet af aan te zijn geplaagd door twijfels’. Ook tegen Revu-journalist Stan de Jong uitte Wedzinga zich over de zaak (zie veel meer op de website van Stan de Jong).

Nog pikanter is dat degene die daarop in 2007 aan het hof Leeuwarden heeft verzocht om Wedzinga te vervolgen Wedzinga’s voormalige collega is, de hoogleraar H. Hermans, één van de andere raadsheren die Kuiters veroordeelden.

De Hoge Raad overweegt nu dat deze gang van zaken ‘zozeer in strijd is met een behoorlijke procesorde’ dat het de veroordelingen door rechtbank en Hof hun geldigheid hebben verloren. Overigens werd het hoger beroep ook door het gerechtshof in Leeuwarden behandeld maar zittinghoudende te Arnhem. Wedzinga kreeg een taakstraf van tweehonderd uur, waarvan de helft voorwaardelijk, en een voorwaardelijke boete van 2500 euro.

Ook de vervolgingsbeslissing van het hof Leeuwarden, in het kader van een artikel12 procedure, wordt vernietigd door Hoge Raad.

Wedzinga is blij met het arrest maar betreurt het dat de Hoge Raad geen inhoudelijk oordeel heeft geveld over de betekenis van het begrip raadkamergeheim. ‘Ik heb iemand die ik ooit heb veroordeeld na mijn vertrek bij het hof geholpen met zijn herzieningsprocedure omdat ik uit latere informatie van advocaat Doedens begreep dat die veroordeling onterecht was. Ik heb nimmer de intentie gehad om het raadkamergeheim te schenden en uitsluitend iets over mijn eigen twijfels gezegd. Dat heb ik bovendien publiekelijk gedaan.’

Wedzinga vindt dat er in de loop van de jaren vanuit justitie ‘een soort heksenjacht is op hem is ontketend vanwege zijn kritische houding op het functioneren van het Openbaar Ministerie en de rechters’. Verder is volgens Wedzinga onder meer bij Wikipedia onjuiste informatie over hem geschreven.

De raadkamerzaak tegen Wedzinga is uniek omdat in Nederland nog nooit een rechter voor dit feit is vervolgd. 

Wedzinga is in 2005 als raadsheer geschorst nadat hij was gearresteerd inzake een mishandeling van een vriendin. Hij is voor die zaak tot een lichte straf veroordeeld (een voorwaardelijk celstraf en een taakstraf). Hij is in 2010 ook veroordeeld voor oplichting omdat hij zich ten onrechte als advocaat had uitgegeven.

Wedzinga schrijft op Crimesite columns over strafrecht en strafvordering.  

Hier is het arrest van de Hoge Raad.