Harry H. en de IRA-connectie

In aanvulling op de berichtgeving rond Hendrik “Harry” H. (57) die ondanks een xtc-veroordeling in België in vrijheid is gesteld, meldt de Antwerpse Misdaadreporter meer over de reden van de invrijheidsstelling. H. was voor de rechtbank in Brugge bij verstek veroordeeld voor xtc-productie omdat hij in Zwitserland een straf uitzat. Toen H. recentelijk werd uitgeleverd tekende hij verzet aan en de rechter nam zijn zaak opnieuw in onderzoek.

 

De rechter heeft nu besloten dat nader onderzoek vereist is. H.’s veroordeling was slechts geschoeid op de bewering van één getuige, een medeverdachte, die onder meer beweerde dat H. tabletteermachines zou bezitten. In afwachting van nader onderzoek is H. in vrijheid gesteld.

De “Bemelen-zaak” waar H. in is veroordeeld is één van de grootste xtc-onderzoeken van de afgelopen tien jaar in België. De zaak kwam uitgebreid in Belgische media, omdat er sterke aanwijzingen waren dat het inmiddels ontbonden Ierse Republikeinse Leger (IRA) bij de zaak betrokken was.

De Nederlandse hoofdverdachte Jozef B. werd in april 2004 gearresteerd in de Belgische badplaats Knokke-Heist, samen met 14 medeverdachten. Het onderzoek naar de organisatie van Bemelen leidde recherche naar een XTC-fabriek achter het station van Knokke, waar 60.000 pillen per uur konden worden geproduceerd. De politie trof in totaal 1,66 miljoen pillen aan, een van de grootste vangsten in de Belgische geschiedenis.

Volgens justitie heeft groepering op enkele maanden tijd ongeveer 5 miljoen tabletten op de markt gebracht.
Bemelen leverde de XTC-pillen aan een Britse groepering, die de drugs in Engeland distribueerde aan een prijs van 25 per pil. Toen de verdachten in 2005 voor de rechtbank in Brugge moesten terechtstaan, golden draconische veiligheidsmaatregelen, omdat de Britse tak van de organisatie nauwe banden de IRA zou hebben.

Zie Misdaadreporter.