Vuurwapens bieden schijnveiligheid

‘Het afschuwelijke drama een week geleden in Aurora zal de nog nauwelijks geheelde wonden hebben opgereten bij nabestaanden en slachtoffers van de schietpartij in winkelcentrum De Ridderhof, vorig jaar april in Alphen aan den Rijn. De televisiebeelden van totale paniek en ontreddering bij de bioscoopbezoekers in Aurora waren vergelijkbaar met de taferelen nadat Tristan van der Vlis zijn vuurwapens leegschoot op winkelend publiek.’ Dat schrijft John van den Heuvel in De Telegraaf.

‘Toch waren er ook afgelopen week ook grote verschillen in reacties op de gebeurtenissen in Denver en vorig jaar in Alphen. In ons land gingen na de moordpartij direct stemmen op om het wapenbezit bij particulieren aan banden te leggen. Van der Vlis was lid van een schietvereniging en kon zo relatief makkelijk aan pistolen en geweren komen. Na zware politieke druk scherpte de regering de regels aan voor schietclubs. De politie ging houders van wapenvergunningen strenger controleren. Sportschutters van wie het vermoeden bestond dat ze psychische problemen hadden, raakten hun machtiging kwijt.

Hoe anders waren de reacties in de Verenigde Staten. Natuurlijk was er daar ook verdriet en rouw. Maar van een fundamentele maatschappelijke discussie over legaal wapenbezit bij burgers was en is geen sprake. Amerikanen beschouwen het thuis hebben van pistolen, revolvers en geweren als een fundamenteel grondrecht. Politici die het ook maar wagen dat recht enigszins aan te tasten, zijn kansloos bij verkiezingen. Na eerdere schietpartijen op scholen en in winkelcentra steeg zelfs het aantal aanvragen van vuurwapenmachtigingen. Inmiddels verstrekte de Amerikaanse overheid er driehonderd miljoen. Dat zijn er bijna evenveel als het totaal aantal inwoners van de VS.

Dat is in Nederland en in de meeste West-Europese landen gelukkig ondenkbaar. Anders dan wel eens op verjaardagsfeestjes of in kroegen wordt beweerd, zijn vuurwapens in Nederland niet op elke hoek van de straat te koop. In sommige onderwereldkringen is zwaar wapentuig voorhanden, maar de gemiddelde Nederlander zal flink moeten zoeken om illegaal een pistool of revolver te kunnen kopen.

Na politiereorganisaties in de jaren negentig ging overigens veel kennis en ervaring verloren bij rechercheafdelingen die zich richtten op onrechtmatig vuurwapenbezit. Maar het opsporen van illegale wapens kreeg de laatste jaren weer prioriteit bij de politie. Ook de straffen op het voorhanden hebben of verhandelen van vuurwapens zijn veel strenger dan een paar jaar geleden. Wie een vuurwapen op zak heeft, krijgt meestal een onvoorwaardelijke celstraf.

Rechters gaan ervan uit dat illegaal vuurwapenbezit vaak leidt tot geweld of ongelukken. Iemand die over een vuurwapen beschikt, kan altijd in de verleiding komen het vroeg of laat te gebruiken. Strenge controle en zware straffen op overtredingen van de wapenwet zijn te prevaleren boven het stimuleren van wapenbezit zoals in de VS. Anders dan in Amerika wordt in ons land gelukkig beter begrepen dat het bezit van een vuurwapen de eigenaar slechts schijnveiligheid biedt.’