Vijf jaar cel voor Palm Invest-fraude

De twee verdachten in de zaak Palm Invest-zaak zijn dinsdag in hoger beroep door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar vanwege oplichting, valsheid in geschrift en witwassen. Remco Voortman en Danny Klomp gaven leiding aan PR Invest BV en Palm Invest BV waarmee ze beleggers overhaalden te investeren in vastgoed op de Palm Eilanden in Dubai. In januari 2008 werden de twee opgepakt. De rechtbank in Amsterdam veroordeelde hen tot drie jaar en zes maanden gevangenisstraf

De verdachten werd verweten oplichting (met behulp van stevige reclamecampagnes), dan wel verduistering, valsheid in geschrift, witwassen en opzettelijke overtreding van de Wet toezicht effecten verkeer 1995 door het verkopen van obligaties beneden de vrijstellingsgrens van €50.000,-. De feitelijk leidinggevenden waren bij deze activiteiten betrokken tussen eind 2005 en begin 2008. Daarbij is eerst door beleggers ongeveer 1,8 miljoen euro geïnvesteerd in PR Invest BV (beleggingen in onroerend goed in het buitenland en deelnemingen) en daarna ongeveer 30 miljoen euro in Palm Invest BV (beleggingen in onroerend goed in de Palm Eilanden).

Brochures

Onder meer prachtige brochures moesten de beleggers overhalen te investeren in vastgoed op de Palm Eilanden. De rente werd iedere maand op tijd betaald (9% op jaarbasis), maar, anders dan werd voorgewend, waren er geen garanties die de inleggers schadeloos zouden moeten stellen als het mis zou gaan. Onjuiste handtekeningen werden onder obligatieovereenkomsten geplaatst en het ingelegde kapitaal verdween naar buitenlandse rekeningen, waar de beleggers geen enkele greep meer op hadden. Ze adverteerden met grote borden in de Amsterdam ArenA en verschenen in RTL Z en het programma Business Class van Harry Mens.

Van daadwerkelijke investeringen in onroerend goed op de Palm Eilanden ten behoeve van Palm Invest BV is het hof niet gebleken. Anders dan de rechtbank rekent het hof de beperkte aankopen via Palm Invest Dubai, voor 100% eigendom van de verdachten, niet toe aan Palm Invest B.V.
Het hof komt dan ook tot de conclusie dat de beleggers zijn opgelicht met valse beloften over zekerheden en over investeringen in onroerend goed in Dubai en dat ook de obligatieovereenkomsten op die punten valselijk zijn opgemaakt. Ten aanzien van PR Invest werden ook obligaties onder de vrijstellingsgrens van € 50.000,00 aangeboden.

Hogere straf in hoger beroep

Het hof komt tot de conclusie dat het ingelegde geld van de beleggers is witgewassen door de gelden van de bankrekeningen van PR Invest BV en Palm Invest BV door te storten naar rekeningen in Dubai, of andere bankrekeningen van offshore bedrijven, waarover slechts de feitelijk leidinggevers toegang hadden. Ook het geld dat de verdachten aan ‘bedrijfskosten’ hebben uitgegeven beschouwt het hof als witgewassen, nu het hof PR Invest BV en Palm Invest BV slechts als oplichtingsvehikels en niet als serieuze beleggingsondernemingen beschouwt.

De verdachten leidden een zeer luxueus leven aan de Côte D’Azur. Daarnaast was sprake van aanschaf van 2 villa’s in het Gooi, auto’s en boten in de hoogste prijsklasse.

In tegenstelling tot de rechtbank is het hof van oordeel dat het van meet af aan het opzet van de verdachten was om door middel van oplichting aan geld te komen. In totaal zijn ruim 400 personen gedupeerd. Het hof is van oordeel dat de ernst van de feiten een zwaardere straf vereist dan in eerste aanleg is opgelegd (drie jaar en zes maanden). De lengte van procedure heeft geen gewicht in de schaal gelegd. Het hof is gekomen – na een eis van zes jaar voor beide verdachten – tot vijf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, waarvan de beide feitelijk leidinggevers in 2008 reeds negen maanden hebben ondergaan.

Het hof heeft daarnaast een aantal vorderingen van benadeelde partijen tot een totale hoogte van € 360.000,- met daarbij de schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Als de verdachten dit bedrag niet betalen wacht hen, los van de hen opgelegde gevangenisstraf, een jaar lang in vervangende hechtenis.