Eis: Acht jaar voor fatale dolkstoot

Dinsdag heeft de officier van justitie in Leeuwarden acht jaar ge​vangenisstraf geëist tegen een 45-jarige man uit Leeuwarden voor doodslag. Op 7 januari 2014 overleed voor de portiek van een flat aan de Leeuwarder Curaçaostraat een 46-jarige stadsgenoot aan een dolkstoot bij zijn schouder. Er volgde een slagaderlijke bloeding en overlijden door bloedverlies.

Verdedigd

De verdachte gaf toe dat hij zijn dolkmes had gebruikt, maar zei ook dat hij niet had gewild dat het slachtoffer iets overkwam. Hij zou zich alleen hebben verdedigd tegen een onverhoedse aanval van de man die onder invloed van verdovende middelen op hem insloeg en geld eiste.

Gereedschap

Het slachtoffer had bij hem aangebeld toen hij even thuis was om wat gereedschap weg te zetten voordat hij met zijn vijftienjarige dochter naar het zwembad zou gaan. Zij zat beneden in de auto te wachten. Volgens de verdachte had hij geen idee wie er voor de deur stond toen hij de trappen afliep.

Niet toevallig

Maar officier van justitie leidde uit eerdere verklaringen van de man en van diens dochter af dat hij wel degelijk wist dat het slachtoffer beneden stond. Daarom was het volgens haar niet toevallig dat hij het mes bij zich had toen hij de deur uit kwam. Advocaat Richard de Casseres vroeg vrijspraak omdat de verdachte zou zijn 'besprongen door een gewelddadig persoon die door het lint ging' en alle tekenen van een junk vertoonde. Het was puur noodweer, volgens de raadsman niet.

Aanvaller

Passanten die het gevecht op straat zagen gebeuren, omschreven de verdachte eerder als aanvaller dan als de in het nauw gedreven partij. Volgens de officier van justitie zijn er genoeg bewijzen dat hij de confrontatie opzocht. Ze beschuldigde hem van doodslag. Het beroep op zelfverdediging wees ze van de hand. Als er al een bedreigende situatie voor hem bestond, dan had hij genoeg gelegenheid om weg te lopen in plaats van zijn mes in de schouder van het slachtoffer te steken, betoogde ze.

Foedraal

Proefnemingen van de politie wezen bovendien uit dat het niet mogelijk is dat de verdachte het mes tijdens het handgemeen uit zijn zak haalde waarbij het foedraal in zijn jas achter bleef. Toch is dat wat de man beweert. De officier gaat ervan uit dat hij op het slachtoffer af ging met het mes al in de hand. Naast de celstraf van acht jaar eiste de officier betaling van 3386 euro aan de moeder van het slachtoffer ter dekking van de uitvaartkosten.