Advocate Adèle van der Plas zal om 20.00 Nederlandse tijd in Washington worden gehoord door Amerikaanse Congresleden van de zogeheten Helsinki Commission. Ze zal haar verhaal doen over beschuldigingen van seksueel misbruik van minderjarigen tegen Joris Demmink, de secretaris-generaal van het Nederlandse ministerie van Justitie. Van der Plas vertegenwoordigt drie Turkse jonge mannen die zeggen dat ze in de jaren negentig door Demmink zijn misbruikt.

Zij hebben aangifte gedaan van seksueel misbruik bij het landelijk parket van het Openbaar Ministerie. In februari besliste het Openbaar Ministerie echter geen onderzoek naar Demmink te starten. De aangifte was volgens een adviescommissie van het OM niet inhoudelijk genoeg en bevatten te weinig details.

Ook Klaas Langendoen, voorheen chef van de Criminele Inlichtingendienst Kennemerland, zal donderdag worden gehoord. Hij verrichtte onderzoek in Turkije in opdracht van Van der Plas en hoorde verschillende getuigen.

Van der Plas beschikt over een Turks rapport waarin wordt gesteld dat de vervolging van haar cliënt Hüseyin Baybasin in de jaren negentig is afgedwongen middels chantage van Joris Demmink, door indertijd criminele kringen in de Turkse regering. Het rapport is geschreven door een ambtenaar uit het kabinet van de premier van Turkije, maar is niet officiëel gepubliceerd.

De Amerikaanse Congresleden van de Helsinki Commission zien toe op de naleving van de internationale Helsinki-akkoorden, dat zijn internationale afspraken over mensenrechten, waaronder mensenhandel en kindermisbruik.

Minister Ivo Opstelten van Justitie heeft zich volgens De Telegraaf in een brief aan de Tweede Kamer vierkant achter Demmink opgesteld. Volgens Opstelten is er geen enkele aanwijzing dat Demmink op de genoemde momenten in Turkije was. Ook in andere onderzoeken naar Demmink kon ‘geen begin van juistheid’ van de beschuldigingen worden gevonden, aldus Opstelten