Advocaat mocht geen ‘sukkel’ zeggen

De Bredase advocaat Erik Thomas is schuldig bevonden aan belediging van een financieel rechercheur, tegen wie hij 'sukkel' had gezegd in een getuigenverhoor. De rechtbank in Breda legde de advocaat geen straf op maar Thomas moet de politieman wel 75 euro immateriële schadevergoeding betalen. Het Openbaar Ministerie wilde eerst niet vervolgen, maar werd hiertoe gedwongen nadat de rechercheur een klacht indiende bij het hof.  

Verzuchting

In het vonnis schrijft de rechtbank op basis van verklaringen van de advocaat zelf en verschillende getuigen bewezen te achten dat Thomas de rechercheur heeft beledigd, mede gezien de context waarin de opmerking werd gemaakt. De rechercheur werd in november 2009 bij de rechter-commissaris als getuige gehoord in een omvangrijke drugszaak. Bij dit verhoor, dat zeer stroef en onplezierig verliep, waren nog drie andere advocaten aanwezig. De rechercheur werd door deze advocaten zeer kritisch bevraagd en leek moeite te hebben om de aan hem gestelde vragen te beantwoorden. Tijdens dit verhoor leunde Thomas op zeker moment achterover in een verzuchting en zei voor iedereen hoorbaar het woord 'sukkel'.

Geen straf

Het uiten van een dergelijke belediging in een verhoor is volgens de rechtbank ongepast. Van een advocaat mag in zo’n setting een zekere mate van professionaliteit worden verwacht. De rechtbank legt echter geen straf op, mede gezien de lange duur van de behandeling van deze zaak en het blanco strafblad van de advocaat. De officier had een geldboete van 500 euro geëist.

Vervolging

De betrokken rechercheur deed na het getuigenverhoor aangifte tegen advocaat Thomas. Het OM besloot in eerste instantie om niet te vervolgen. De rechercheur was het niet eens met deze beslissing en kreeg in een klachtprocedure bij het gerechtshof Den Bosch gelijk, waarna het OM alsnog tot vervolging overging.

Drugszaak

Het getuigenverhoor vond plaats in het strafrechtelijk onderzoek in een omvangrijke drugszaak met de onderzoeksnaam ‘Caribe’. In deze zaak werd het OM in 2010 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van acht verdachten, omdat sprake was van een fundamentele inbreuk op de procesorde. (Andere) bij het onderzoek betrokken politiemensen hadden gesleuteld aan een voor het onderzoek cruciale (bekennende) verklaring van één van de verdachten.