Afbraak van de rechtsstaat gaat in rap tempo (COLUMN)

Afbraak van de rechtsstaat gaat in rap tempo (COLUMN)

Momenteel wordt er in de Tweede Kamer een wetsvoorstel behandeld over ingrijpende wijzigingen van de penitentiaire beginselenwet. Een van de voorgestelde maatregelen is videotoezicht tijdens gesprekken van de gedetineerde met zijn advocaten. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer bleek dat de voorgestelde wijzigingen voor sommige parlementsleden niet ver genoeg gaan.

Er ligt nu een amendement dat “auditief toezicht” op gesprekken tussen advocaat en cliënt mogelijk moet maken, afluisteren dus. Het voorstel behelst simpelweg het opnemen van alle gesprekken tussen advocaat en gedetineerde.

Het afluisteren en opnemen zou nu nog betrekking moeten hebben op gesprekken tussen advocaten en cliënten die onder het zwaarste regime van toezicht vallen zoals de EBI. De vraag is echter of deze bevoegdheid, als die wordt aangenomen en ingevoerd, in de toekomst beperkt zal blijven tot deze groep. Het verleden heeft geleerd dat men met iedere nieuwe bevoegdheid de grenzen opzoekt en naar verruiming streeft. Op het voorstel, het afluisteren van advocaten tijdens hun bezoek aan cliënten en het opnemen en bewaren van hun gesprekken voor de duur van maar liefst 5 jaren, komt vanuit meerdere richtingen forse kritiek.

Zo schrijft de Nederlandse Orde van Advocaten in een advies aan de Tweede Kamer dat het amendement in strijd is met hogere wet en regelgeving en in strijd is met mensenrechten:

De vertrouwelijkheid van het contact tussen advocaat en cliënt wordt beschermd door wetten en verdragen, onder meer door artikel 6 en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en door artikel 4 van de EU-Richtlijn betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures. Gedetineerden hebben recht op vertrouwelijke communicatie met hun advocaat, ook in een detentiesituatie. Het gaat hierbij om een met het recht op effectieve bijstand en een eerlijk proces samenhangend fundamenteel recht waarover het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zich regelmatig heeft uitgesproken . Wanneer een advocaat niet vertrouwelijk met zijn of haar cliënt kan communiceren kan geen effectieve bijstand worden verleend en handelt de staat in strijd met wetten en verdragen.

Het parlement dient als er als medewetgever zorg voor te dragen dat wetgeving bijdraagt aan de samenleving. Artikel 94 van de Grondwet bepaalt bovendien dat binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften geen toepassing vinden, indien deze niet verenigbaar zijn met eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Van voorliggend wetsvoorstel is op voorhand duidelijk dat deze op onderdelen strijd oplevert met hoger recht. Om die reden zou de Kamer niet met het voorstel in de huidige vorm moeten instemmen.

Duidelijke taal. De wetgever mag niet instemmen met een wetswijziging die evident in strijd is met het recht op vertrouwelijke communicatie met een advocaat. Het betreft hier immers een fundamenteel recht dat raakt aan een effectieve bijstand en aan het recht op een eerlijk proces.

Stelt u zich eens voor dat ieder gesprek met uw advocaat wordt opgenomen en uitgeluisterd kan worden. Kunt u dan nog vrij praten? Durft u nog iets te vertellen of te bespreken over de rol van anderen in een zaak?

Als het in Nederland zover komt dat er niet meer in vertrouwelijkheid met een advocaat gesproken kan worden zal het einde van onze rechtsstaat snel in zicht zijn en glijden we af naar een systeem dat we kennen van landen waar onze overheid altijd forse kritiek op heeft gehad.

Wellicht wordt het tijd dat onze wetgevende macht eens goed in de rechtsstatelijke spiegel gaat kijken voordat we afglijden tot een land waar de mensenrechten met voeten worden getreden.

Arthur van der Biezen is strafadvocaat