Jarenlang werkten West-Afrikaanse drugshandelaren als smokkelaars voor Latijns-Amerikaanse kartels. Maar meer en meer Afrikaanse drugshandelaren beginnen voor zichzelf. West-Afrikaanse drugsorganisaties handelen op grote schaal zelf in drugs en weten daarmee Latijns-Amerikaanse handelaren steeds verder te verdringen uit Europa.
De Latijns-Amerikanen zien West-Afrika als de ideale doorvoerhaven. Veel opsporingsambtenaren verwachtten niet dat de drugs uit deze regio zou komen waardoor er gemakkelijker gesmokkeld kon worden. Ook waren de instanties in de West-Afrikaanse landen slecht georganiseerd, waardoor de drugs er gemakkelijk in en uit kon worden gevoerd.
Kleinere vrachten
De Afrikanen hebben jarenlang de kunst kunnen afkijken van de Latijns-Amerikanen, zonder al te veel risico’s te lopen – de Latijns-Amerikanen moesten immers in de drugs investeren. Nu beginnen steeds meer handelaren in Afrika voor zichzelf.
Dat staat in een rapport van het bureau van drugs en criminaliteit van de Verenigde Naties dat afgelopen week werd gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de meeste cocaïne die Europa wordt ingevoerd, jaarlijks ter waarde van meer dan een miljard euro, nog van kartels uit Latijns-Amerika komen, maar hun aandeel neemt af.
Een van de aanwijzingen is dat er minder drugs wordt onderschept die via West-Afrika naar Europa komt. In 2010 werd er 18 ton cocaïne gevonden, in 2007 was dat nog 47 ton. Een belangrijke oorzaak is dat de Afrikaanse handelaren een andere smokkelmethode hebben dan de Latijns-Amerikanen.
De typische Latijns-Amerikaanse smokkelmethode is een grote vracht die in een keer wordt verscheept. De laatste jaren is de gemiddelde onderschepte vracht gedaald naar 175 kilo. De Afrikanen hebben de voorkeur om kleinere vrachten te verschepen, omdat die moeilijker te vinden zijn. Bovendien wordt het risico gespreid. Daardoor wordt er minder drugs onderschept, maar wil dat niet noodzakelijkerwijs zeggen dat er ook minder wordt gesmokkeld.
Nigerianen in Sao Paulo
Daarnaast zouden Nigeriaanse organisaties langzaam maar zeker de controle krijgen over de export van cocaïne in de Braziliaanse stad Sao Paulo. Volgens de Verenigde Naties hebben de Nigeriaanse groepen zo’n 30 procent van de uitvoer van coke in handen. Zo’n negentig procent van de drugssmokkelaars die in de haven wordt opgepakt, zeggen voor Nigeriaanse criminele organisaties te werken.
Dat is een grote klap voor Latijns Amerikaanse clans, omdat veel coke die van Latijns-Amerika naar Afrika gaat via Sao Paulo wordt verscheept. Uit het rapport blijkt dat lokale drugshandelaren hun coke steeds vaker in eigen land proberen te slijten.
Desalniettemin zijn Latijns-Amerikaanse kartels nog altijd voor het overgrote gedeelte van de invoer van coke verantwoordelijk. Een vijfde van de drugs die in Europa wordt ingevoerd, zou uit West-Afrika komen, de rest uit Latijns-Amerika.
Lees ook: