‘Afstand tussen politie en burger groter’

In vermissingszaken faalt de politie nog steeds. Dit komt omdat de afstand tussen de politie en de burger steeds groter wordt. Dit schrijven de voormalige politierechercheurs Dick Gosewehr en Harrie Timmerman.

Belofte

De twee voormalige politierechercheurs, die onder meer bij het Groningse cold case-team werkten, vinden dat er in de praktijk maar weinig terechtkomt van de belofte van de politie om vermissingszaken beter aan te pakken. Ze verwijzen naar een verhaal in het Algemeen Dagblad, over de vermissing van de 16-jarige Mirte. Haar ouders moeten verschillende keren via het landelijke nummer bellen over deze zaak, waar de informatie telkens nieuw bleek voor de dienstdoende agent. Een belletje naar de Belgische politie, waar de ouders vermoedde dat Mirte kon zijn, leidde wel tot resultaat.

Bureaus gesloten

Het verhaal van de ouders van Mirte is herkenbaar, schrijven Gosewehr en Timmerman op hun website Waarheidsvinding.nl. ‘De afstand tussen politie en burger wordt steeds groter. Bureaus worden gesloten en telefonisch contact kan alleen via een onpersoonlijk landelijk nummer.’

De twee voormalige politiemannen vinden dat een onbegrijpelijke zaak: ‘Waarom hebben deze mensen niet direct een contactpersoon toegewezen gekregen. Iemand die de zaak kende en waar ze met hun vragen en opmerkingen terecht konden? Waarom moesten zij steeds opnieuw hun verhaal vertellen aan iemand die niets van de zaak wist.’

Niet serieus

De twee politiemannen, die in het verleden onder meer misstanden bij het NFI aan het licht brachten, en een boek over de zaak Ina Post schreven, zijn bang dat de politie dit incident ook weer niet serieus zal nemen: ‘Waarschijnlijk zal er naar aanleiding van dit artikel in het Algemeen Dagblad door de politie wel weer een mooiprater naar voren worden geschoven die zal uitleggen dat de politie professioneel en juist heeft gehandeld. Wij kunnen het echter niet uitleggen, wij voelen slechts schaamte.’