AG wil herziening “Showbizzmoord”

De Advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad D.J.C. Aben heeft herziening gevorderd van de veroordeling van Martien Hunnik voor de doodslag op de platenproducer Bart van de Laar (foto). Het gerechtshof in Amsterdam heeft Hunnik op 16 augustus 1984 veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en tbr (tegenwoordig tbs) voor de doodslag op 10 november 1981. Van de Laar werd met een schotwond in z’n hoofd aangetroffen in zijn woning in Hilversum en hij overleed hieraan drie dagen later.

Nader onderzoek

Een vordering van de À bij de Hoge Raad der Nederlanden wordt vrijwel altijd gevolgd door de Hoge Raad. De voorlopige datum van uitspraak is 16 december. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie. Eerder liet de Hoge Raad naar aanleiding van een verzoek van advocaten Geert-Jan Knoops en L. Vosman de advocaat-generaal in deze zaak nader feitenonderzoek te doen. Ook het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie had in een brief gewezen op twijfels over de juistheid van de veroordeling van Hunnik.

Bekentenissen

Het resultaat van dit nadere feitenonderzoek heeft de advocaat-generaal ertoe gebracht de herziening van de veroordeling van Hunnik te vorderen. De veroordeling was uitsluitend gebaseerd op mededelingen en bekentenissen van Hunnik zelf. Het nieuwe feitenonderzoek heeft geen enkele bevestiging opgeleverd van deze bekentenissen, terwijl de twijfels over het waarheidsgehalte van deze bekentenissen zijn vergroot.

Anderen

Op basis van de verklaringen van twee getuigen is nu het ernstige vermoeden gerezen dat anderen dan Hunnik verantwoordelijk zijn voor de dood van Bart van de Laar. Volgens deze twee getuigen werd hij gedood door twee bekenden van hem, in opdracht van een zakenpartner. 

Acht jaar

In de herziening gaat het alleen om de vraag of deze nieuwe verklaringen leiden tot een zodanig ernstige twijfel aan de juistheid van de veroordeling van Hunnik dat na heropening van de strafzaak een vrijspraak van Hunnik waarschijnlijk is. In de procedure tot herziening is niet aan de orde of het vermoeden juist is dat anderen de doodslag hebben gepleegd. Het misdrijf is verjaard en de drie personen die in de nieuwe verklaringen van de twee getuigen worden genoemd kunnen niet meer kunnen worden vervolgd. Van hen is één reeds overleden.

Inclusief de periode van tbr heeft Hunnik bijna acht jaar in detentie doorgebracht.