‘Alleen kroongetuigen krijgen bescherming’

Vorige week, in de nacht na de moord in Amstelveen op Luana Luz Xavier, hebben Amsterdamse rechercheurs rond 02.00 aangebeld bij het huis van de vriendin van de in mei doodgeschoten Gwenette Martha. De rechercheurs vroegen of zij niet eens haar mond open zou doen tegen de politie, ‘nu er ook vrouwen worden geliquideerd’.

Door @Wim van de Pol

Dat zegt de advocaat van Fatima, Christian Flokstra. Volgens Flokstra was Luana Luz (foto rechtsonder) een bekende van haar. Flokstra: ‘Ze was er kapot van. Ze probeerde net de slaap te vatten. Het is belachelijk om haar zo wakker te maken. Ze hadden haar toch ook de volgende ochtend kunnen bellen voor een afspraak?’

Witwassen

Vorige week moest Fatima terechtstaan omdat justitie haar ervan verdenkt samen met Martha crimineel geld te hebben witgewassen. Flokstra vindt dat het Openbaar Ministerie de zaak tegen Fatima om menselijke redenen moet staken. Volgens hem is witwassen nauwelijks bewijsbaar omdat het geld en bepaalde luxegoederen als horloges primair aan Martha toebehoorden en zij geen kennis droeg van wat Martha precies allemaal voorhanden had noch wat hij precies deed. Martha is enige jaren geleden veroordeeld voor witwassen en drugshandel. Hij  had met Fatima een zoontje van bijna twee jaar oud. Flokstra benadrukt dat Fatima geen enkele weet heeft van de criminele activiteiten van Martha en dat ook bij de rechter-commissaris heeft verklaard.

Menselijke maat

Het Openbaar Ministerie is niet van plan de zaak tegen Martha’s vriendin te laten vallen. Integendeel, het OM gaat een procedure die het tegen Martha was begonnen, om diens crimineel verkregen vermogen in te vorderen, nu tegen Fatima voortzetten. Een voorstel hierover te schikken is van de hand gewezen door het OM. Met Flokstra betoogde zijn kantoorgenoot Nico Meijering dat het OM de vervolging van Fatima zou moeten staken: ‘Cliënte is kapot gemaakt door de moordenaars van haar man, ze heeft hartverscheurend veel verdriet. En het OM kiest er – met het doorzetten van de vervolging – bewust voor om dat drama bepaald niet te verzachten’. Hij vroeg de rechtbank in ieder geval bij een straftoemeting hiermee rekening te houden. Volgens Meijering is de overheid ‘volkomen blind geworden voor de menselijke maat’.

Gevaar

Nadat in in de herfst van 2012 in Antwerpen Najeb Bouhbouh was vermoord, een zakenpartner van Martha, waarschuwde de politie hem dat ook zijn leven ernstig gevaar liep. Martha was op voorwaarden op vrije voeten, moest zich geregeld melden op een politiebureau en was dus kwetsbaar. In de avond van vrijdag 27 december mislukte een aanslag op Martha, die direct daarna aangifte deed bij de politie. Het gerechtshof en het OM wezen een verzoek tot verruiming van de voorwaarden af.

Auto

Nadat Martha op 22 mei was doodgeschoten, liet het OM de volgende dag aan de media weten dat Martha wel degelijk bescherming had kunnen krijgen. Een woordvoerster zei tegen RTL Nieuws dat het aan Martha zelf had gelegen dat hij geen bescherming had gekregen. Volgens haar hij had alleen maar moeten aangeven ‘met wie hij omging, in wat voor auto hij reed en welk adres hij verbleef. Maar ja, dat wilde hij niet, dus daarom heeft hij geen bescherming gekregen’.

Onwaar

Dat was een onware bewering, omdat nu uit de aangifte van Martha uit december 2013 blijkt dat het OM toen al, dus na de mislukte aanslag via de rechercheurs had laten weten dat Martha alleen bescherming zou kunnen krijgen als hij een boekje open zou doen. De uitlatingen van het OM naar de media waren voor Fatima onverteerbaar.

Doelwit

In brieven aan de hoofdofficier van justitie heeft Meijering deze zomer uit naam van Fatima opheldering gevraagd. De hoofdofficier verstrekte uiteindelijk de aangifte van Martha uit december 2013. Uit dat proces-verbaal blijkt dat de politie tegen Martha heeft gezegd dat het OM had doorgegeven dat als hij ‘openheid rondom de achtergronden zou geven’ hij bescherming zou kunnen krijgen. Er blijkt door een rechercheur onder meer letterlijk te zijn gezegd:

’Dat jij openheid van zaken geeft van wat er nu speelt en waarom jij een doelwit bent’.

En Martha heeft gezegd:

‘Dat wil ik eerst met mijn advocaat bespreken’.

Gesprek

Meijering onthulde bij de rechtbank dat Martha er daarna direct bij hem toch op had aandrongen dat Meijering met het OM in gesprek zou gaan over de voorwaarden, omdat ‘hij meer dan ooit voor de veiligheid van hem en zijn directe omgeving vreesde’. Meijering blijkt destijds een brief aan de betrokken officier van justitie te hebben geschreven waarin hij vroeg om nadere uitleg van wat het OM van Martha wilde, maar die brief is nooit beantwoord. Het OM verzette zich in dezelfde periode tegen een verzoek van Martha om verruiming van de voorwaarden van zijn schorsing uit voorlopige hechtenis omdat Martha niet wilde praten.

Weerzinwekkend

De hoofdofficier van justitie in Amsterdam ontkent in de brief aan Meijering wat er in de aangifte lijkt te staan:

Uw stelling in de media (…) dat de heer Martha volgens het OM bekend diende te maken wie volgens hem achter de aanslag zou zitten is blijkens de aangifte dus onjuist.

Nico Meijering: ‘Dus: bekend maken wie volgens Martha achter de aanslag zou(den) zitten is niet hetzelfde als openheid van zaken geven over de reden van de poging tot liquidatie op Martha? Het is een woordenspelletje van de hoofdofficier om de dodelijke werkelijkheid af te dekken. Bescherming wordt alleen aangeboden als men bereid is kroongetuige te worden en anders niet. Ik vind het weerzinwekkend en het OM onwaardig.’