Alles over Holleeder is nieuws

De Amsterdamse deken van de Orde van Advocaten doet onderzoek naar de brieven die bij Willem Holleeder is de cel voorhanden had terwijl hij geen contact met de buitenwereld mocht hebben. Aldus De Volkskrant.

Door @Wim van de Pol

Zijn toenmalige advocaat Stijn Franken zei – volgens de krant – aan de deken in april dat de brieven ‘per abuis’ met stukken waren mee-gekopieerd. Advocaat Wout Morra, die de gezusters Holleeder bijstaat heeft gezegd dat het originele brieven waren, in een envelop en vergezeld van expliciete verzoeken aan Stijn Franken (foto links) om ze aan Holleeder te verstrekken. De Volkskrant schrijft dat als Morra’s bewering klopt Franken de deken verkeerd informeerde, en dat kan worden bestraft met tuchtmaatregelen. Tegen de NOS toonde de deken zich vrijdag nog nuchter, en leek de affaire voor hem afgedaan.

Zeker

De vraag is natuurlijk wel of het zeker is dat Morra gelijk heeft en of het mogelijk is Morra dat zeker kan weten. Morra’s positie is natuurlijk allerminst die van een onpartijdig observator. Advocaat Sander Janssen gaf gisteren aan dat er briefjes in een stapel juridische paperassen waren meegekomen. Franken heeft zelf erkend dat het een fout was. Zeker is dat de zaak destijds met het Openbaar Ministerie is uitgesproken.

De minister van Justitie repte in juni 2016 – na de vondst van de briefjes – desgevraagd helemaal niet over enige ongerustheid over communicatie van Holleeder met de buitenwereld.

Niettemin schreef De Volkskrant gisteren dat het Openbaar Ministerie ‘bezorgd’ is over een ‘opvallend’ groot aantal bezoeken van advocaat Stijn Franken aan Willem Holleeder in de extra beveiligde gevangenis in Vught.

Scherpst

De Zaak-Holleeder wordt in de rechtszaal, maar ook publicitair, op het scherpst van de snede uitgevochten.

Het Openbaar Ministerie laat nu kennelijk zonder scrupule de suggestie in de lucht hangen dat advocaat Stijn Franken fungeerde als postbode, en mee zou hebben gewerkt aan de mogelijkheid voor Holleeder om opdrachten te verstrekken voor de moorden op Astrid en Sonja Holleeder. Dat is inderdaad een mogelijkheid.

Die vermeende moordopdrachten vanuit de EBI hebben in het onderzoek nog maar weinig substantiële feiten om het lijf gekregen. Gezien de minimale aanwijzingen die het OM erover eerder naar buiten bracht was het publiek daarover dan wel voorgelicht geworden.

Niettemin laat het Openbaar Ministerie ook dat onderzoek natuurlijk maar al te graag doorlopen tot aan de inhoudelijke behandeling, dan kan het altijd nog geruisloos uit de dagvaarding verdwijnen.

Feit

Over de inhoud van de gewraakte briefjes is niets anders bekend dan dat het – volgens de deken – ‘nietszeggende briefjes’ waren. Over de figuur van Sevda D. is bekend dat zij in de criminele coterie rond Holleeder helemaal geen enkele rol speelde.

Het wordt voor een rechter steeds moeilijker om in het opbouwen van een overtuiging over de figuur Holleeder feit (of zie hier) van fictie te scheiden. Alles over Holleeder is nu eenmaal nieuws, kapotgecheckt of niet.