De Allesweter: een lang leven in de onderwereld (UPDATE)

Maruf M. (alias Paja, 62) naar verluidt restauranteigenaar in Den Haag met voorname cliëntele, onder meer uit de diplomatieke sfeer. Ook een man die al een heel leven meedraait in de top van de onderwereld. Velen vielen, Paja bleef staan, en hij ontsnapte aan veroordelingen. Ook belde hij vaak met een Allesweter binnen de Amsterdamse politie.

Door Wim van de Pol

De man waar Holleeder naar verwees als de Allesweter (maar niet noemde) is van huis uit een Moslim die in Sarajevo geboren werd. Hij was al sinds het begin van de jaren tachtig veel in Nederland. Er bestond in Nederland vanaf de jaren zeventig een levendige scene van Joegoslaven die op de rand, of over de rand, van de wet opereerden. De Joegoslavische georganiseerde criminaliteit vestigde zich in West-Europa vanaf de jaren zestig in Frankfurt. Vandaar kwamen ze ook terecht in Amsterdam. Van huis uit waren geweld en goede relaties met het thuisfront een belangrijke factor in hun criminele optreden.

Wallen

Joca

De eerste Joegoslaven in Nederland kwamen binnen op de Wallen. Er was een groep die geld omzette door toeristen te verleiden balletje balletje te spelen. Sommigen, zoals “Paja” M., gingen in de prostitutie. Ook Sreten Jocic, later berucht als Joca Amsterdam, liep daar rond, net als Duja Becirovic. Verschillende cafés in Amsterdam waren hun pleisterplaatsen, zoals het schaakcafé in de Leidsekruisstraat, Het Biggetje in de Jordaan, De Koperen Papegaai aan het Van der Helstplein in de Pijp en ‘t Kasteeltje in Amsterdam-Zuid.

Irritaties

Er waren gaandeweg twee bloedgroepen in de Joegoslavische criminele gemeenschap: de “Servische” groep rond Duja en Joca en een andere rond Paja en Miloš “Bato, Bata of Bilder” P. (60), allebei gevreesd. De politie verdacht figuren uit beide groepen ervan niet alleen beveiliging en incasso’s te doen maar ook beschikbaar te zijn voor huurmoorden. Daarnaast zaten Duja en Joca (volgens kroongetuige Bettina Martens) zwaar in de drugshandel.

Irritiaties tussen Amsterdamse criminelen en Joegoslaven stammen al uit het eind van de jaren tachtig, bijvoorbeeld die na een afgeblazen cocaïneaankoop van de groep rond Duja door Stanley Hillis en de Amsterdamse Chileen Charlie da Silva. Omdat Da Silva werd gezien als een compagnon van Klaas Bruinsma legde Duja Becirovic aan toenmalig hoofdman van de onderwereld Klaas Bruinsma een boete op. Bruinsma vertikte te betalen, wat leidde tot een paar wilde schietpartijen in Amsterdam-Zuid en uiteindelijk in 1990 tot de moord op Becirovic. Het was een roemrucht incident waar Bruinsma-luitenant Sam Klepper door velen voor verantwoordelijk werd gehouden.

Cor van Hout

Vanaf dat moment was Joca Jocic de hoofdman van Duja-groep. Tussen hem en Maruf M. (Paja) heeft het zacht gezegd nooit geboterd. Zeker na de dood van Klaas Bruinsma (in 1991) was Paja een goed contact geworden van de nieuwe heersers in de Amsterdamse penose: Sam Klepper en John Mieremet. Er zijn mensen die zeggen dat Paja zelfs goed bevriend met hen was. Toen medio jaren negentig een conflict groeide tussen Cor van Hout en Sam Klepper zocht Van Hout toenadering tot Jocic.

Als er in 1996 een mislukte aanslag plaatsvindt op Cor van Hout in de Deurloostraat is er weinig twijfel dat Klepper en Mieremet hiervoor verantwoordelijk zijn. Volgens Willem Holleeder wendde “de Allesweter” zich toen tot hem, Maruf M. dus. De Allesweter adviseerde Holleeder – zegt hij – om akkoord te gaan met een boete die het gewelddadige duo oplegde. Met een garantie van onder meer collega-criminelen Jan Femer en Mink Kok kon met die boete de rust in Amsterdam dan gewaarborgd blijven (een verhaal dat overigens wordt bevestigd door Mink Kok).

Cor van Hout ging daarmee niet akkoord, en wilde niet betalen.

Amstelveen

In de jaren negentig traden er nog meer spanningen tussen Klepper c.s. en Jocic aan de dag. Willem Holleeder schoof in die steeds gevoeliger situatie gaandeweg meer in het kamp van Paja, en Klepper en Mieremet. In het najaar van 2000 had Paja voor Sam Klepper net een nieuwe lijfwacht uit Sarajevo geregeld toen Klepper voor het appartementencomplex waar Holleeder en hij woonden. Eén van de eersten die Holleeder inlichtte was Allesweter Paja.

Omdat er al een groot onderzoek op onder meer Klepper en Mieremet liep luisterde de politie mee. De politie vernam zo dat journalist Bas van Hout een sms ontving met het bericht dat de broer van Duja ‘in Amsterdam’ zou zijn. Het vermoeden werd groter dat Klepper vanuit de hoek van Joca was neergehaald. Niet lang nadien schoot een onbekende met een aapmasker over zijn gezicht drie mensen dood in een restaurant in Amsterdam. De slachtoffers pasten in de de Joca-groep. Een hardnekkig gerucht was dat Cor van Hout had meebetaald aan de aanslag op Klepper.

En op 20 december 2000 werd Cor van Hout in Amstelveen onder vuur genomen met een scherpschuttergeweer. Hij (en zijn lijfwacht) bleef andermaal ongedeerd. De politie hield op basis van onder meer verdachte getapte telefoongesprekken zowel Paja als John Mieremet verantwoordelijk voor het opzetten van deze hinderlaag. Ze werden aangehouden maar het bewijs kwam niet rond.

Endstra

Wim Endstra

De politie heeft aanwijzingen dat de groep rond Paja en Bata in 1999 door Klepper en Mieremet in opdracht van vastgoed-crimineel Willem Endstra is ingeschakeld voor de mislukte aanslag op Ronald van Essen. Op Tweede Kerstdag 1999 raakte Van Essen daarbij zwaar invalide. Endstra werd door Van Essen (die werd gesteund door Cor van Hout) onder druk gezet om miljoenen terug te betalen die Van Essen bij hem had ingelegd. Bato P. is hiervoor vervolgd maar vrijgesproken.

Willem Holleeder heeft in een verklaring van enkele jaren geleden verklaard dat Paja ook aanwezig was naast Sam Klepper toen die in een Chinees restaurant in Amsterdam onderhandelde over de de Endstra-gelden met de voormalig partner van Van Essen, Ton van D..

Ronald van Essen

De verhoudingen veranderden nadat John Mieremet in 2002 eveneens zijn inleg aan Endstra begon terug te vragen, en diens prestige in een interview in De Telegraaf kapotmaakte door hem de bankier van de onderwereld te noemen. Endstra en Mieremet kwamen vijandig tot elkaar te staan en Willem Holleeder zat ertussenin.

Moszkowicz

In december 2002 werd Willem Endstra op het kantoor van advocaat Bram Moszkowicz bedreigd, overigens in afwezigheid van de advocaat zelf. Moszkowicz trad in die tijd op voor zowel Endstra, Dino Soerel, als Willem Holleeder. De secretaresse die aanwezig was herkende de naam Paja wel maar wist niet welk gezicht erbij zou horen. Een foto van een lange man die geheel in het zwart was gekleed herkende ze weer wel als één van de aanwezigen. De rechtbank ging er later van uit dat Endstra door Paja was geïntimideerd.

Miranovic

Sergio

Maruf M. was medeverdachte van Willem Holleeder in het proces Kolbak. Ze stonden daarin terecht voor het afpersen van onder meer Willem Endstra. Holleeder werd veroordeeld maar tegen Paja zag het gerechtshof te weinig bewijs.

Paja kwam nogmaals met de schrik vrij in een rechtszaak over een zware verdenking. Op 12 januari 2006 werd de Amsterdamse Montenegrijn Srdjan “Sergio” Miranovic (41) geliquideerd in Montenegro. Miranovic was een zwager van Sreten Jocic en had een relatie met de ex-vrouw van oud-politieman Martin Hoogland (die is veroordeeld voor de moord op Klaas Bruinsma, vlak voor de voltooiing van zijn celstraf in 2004 in Hoorn geliquideerd).

Het Openbaar Ministerie heeft jarenlang geprobeerd een rechtszaak rond te krijgen tegen Willem Holleeder, Paja, en Bato om de drie voor die moord veroordeeld te krijgen. Eén van de Joegoslaven zou zich dreigend hebben uitgelaten over Miranovic: ‘Een hond heeft gepraat, zodat zij hem eerder laten gaan enzo. Hij was hier in de gevangenis en zodoende heeft hij van alles en nog wat over mij verteld.’ Ook is er sprake van het toedienen van ‘rode shampo’. Het is in die zaak gebleven bij vage aantijgingen. Toenmalige officier van justitie sloot – in zijn eentje – in Belgrado nog een deal met een oud-politieman, Zoran Djordjević, die mogelijk in een Nederlands getuigenbeschermingsprogramma is getreden.

Ook de getuigenis van Djordjević leidde niet tot de veroordeling van Paja of Bato. Beiden werden vrijgesproken, de vervolging van Holleeder werd in 2016 door het Openbaar Ministerie gestaakt.

Ironisch genoeg liep het verhaal voor de vijand van Paja – Sreten Jocic – minder gunstig af. Een rechter in Servië gebruikte de verklaring van Djordjević wel voor een veroordeling voor moord voor Jocic. Die laatste zal ergens in de komende jaren op vrije voeten komen.

De andere Allesweter

Het meest bijzondere van de Allesweter is zijn contact met een man die hij zeer waarschijnlijk al in de jaren tachtig op de Amsterdamse Wallen heeft leren kennen: de inmiddels gepensioneerde politieman Jan van Looijen, die daar toen ook werkzaam was.

In het politiedossier naar de moord op Sam Klepper duiken opmerkelijke telefoontaps op, van vlak nadien in het najaar van het jaar 2000. Jan van Looijen is dan plaatsvervangend hoofd van de Criminele Inlichtingeneenheid (CIE) in Amsterdam (Van Looijen is één van de mannen met wie Willem Endstra op de achterbank gesprekken voerde). Ook Jan van Looijen gold als een Allesweter die vele decennia meedraaide. Kennelijk was Paja ook een gesprekspartner van hem. Maar wel één die op heel vertrouwelijke wijze communiceerde met Van Looijen:

‘Jan, met Paja.’
Jan: ‘Dag Paja.’
Paja: ‘Luister, ik heb informatie en die is honderd procent goed. Die poedel, hij is in Amsterdam, twee dagen al.

Met poedel bedoelt Paja Joca Jocic. Hij zegt overigens dat hij Joca ‘in stukken gaat hakken’ als hij hem kan vinden.

In het boek Verraad van NRC-journalist Jan Meeus staat dat Paja Van Looijen vertelde dat Jocic in het land was om een rekening te vereffenen over een gestolen partij drugs waar hij 11,5 gulden voor wilde hebben. Paja zou Van Looijen ook hebben geïnformeerd over onderhandelingen hierover tussen de crimineel Stanley Hillis en vertegenwoordigers van Jocic op de Wallen. Dat is overigens informatie die in grote lijnen overeenkomt met wat Willem Holleeder in zijn zaak vorige maand vertelde.