Opstelten: Amsterdam had gelijk

Het gefoeter in het grootste ochtendblad en de PVV ten spijt kregen de hoofdstedelijke Hells Angels vier ton van de gemeente als oprotpremie voor het verlaten, aanstaande maandag, van hun clubterrein aan de H.J. Wenckebachweg in Amsterdam. PVV-kamerlid Hero Brinkman stelde hierover vragen aan de minister van Justitie, Ivo Opstelten. Maar deze geeft in zijn antwoorden donderdag de gemeente Amsterdam helemaal gelijk.

 

Ivo Opstelten legt het aan Brinkman nog even uit.

De gemeente is eigenaar van de grond maar de Stichting Hells Angels heeft het recht van opstal. Van een opzegbare huurovereenkomst was dus geen sprake. De grond met opstal is in 1974 in gebruik gegeven aan de jongerengroep Kreidler Groep Oost en die ging in 1984 samen met de Hells Angels.

In een kort geding oordeelde de rechter in 1997 dat er sprake was van een opstalrecht omdat het clubhuis als onroerend goed moest worden gezien. In de wet is de enige manier om dit recht van gemeentewege onvrijwillig te laten eindigen een onteigeningsprocedure.

Dat heeft de gemeente Amsterdam dan ook in gang gezet, aldus Opstelten.

Brinkman wilde weten of Opstelten bereid was om: ‘deze laffe regeling te beëindigen en juridische en operationele stappen te ondernemen om dit groepje criminele pubers van dit terrein te jagen?’

Nou nee, vindt Opstelten, want dat kan niet: ‘De Onteigeningswet bepaalt dat een ieder die onteigend wordt, recht heeft op volledige schadeloosstelling.’

Verder bepaalt artikel 17 van de Onteigeningswet dat de gemeente verplicht is te proberen tot een minnelijke overeenstemming te komen. En daarom bracht de gemeente een bod van 400.000 euro uit aan de Hells Angels, die dat hebben geaccepteerd.