Bedreiging De Mol in Endstra-Holleeder-dossier (#2)

Endstra was heel omzichtig met het noemen van de naam De Mol maar hij deed het wel. Hij wist dat er plannen waren geweest Johnny de Mol te ontvoeren. Hij had zijn kennis van ‘hun’, lees Holleeder en zijn vrienden. Hoe wist Holleeder er van af?

Door @Wim van de Pol

Hadden de Joegoslaven de plannen met hem doorgenomen? Dan zou Holleeder net zo makkelijk een medepleger kunnen zijn in de ogen van de recherche. Hoe kan je van zoiets iets weten, als je er niks mee te maken hebt? Sterker nog. De recherche in Amsterdam wist dat Holleeder Endstra over het plan had ingelicht. CIE’er Jan van Looijen vertelde op 12 januari 2009 bij de rechter-commmissaris (in de zaak Paarlberg) het volgende:

‘Bij ons was tot tweemaal informatie binnengekomen dat John de Mol of zijn zoon zou worden ontvoerd. (…) Endstra zei dat Holleeder hem had verteld dat hij die ontvoering had voorkomen.’

Weinig bewijs

Daar lag dus een stevige verdenking in de richting van Willem Holleeder. Maar daar werd niet op geacteerd. Holleeder noch de “Joegoslaven” zijn aangehouden en ondervraagd terzake hun voorbereidingshandelingen. De Telegraaf verklaarde dat in 2003 als volgt: ‘De politie kon op dat moment niet tot arrestatie overgaan. Dit omdat er te weinig bewijs was om de verdachten succesvol te vervolgen wegens het plegen van voorbereidingshandelingen.’ Vaststaat dat de CIE informatie had dat er plannen waren. Op de achterbank had Jan van Looijen immers tegen Endstra op overtuigende wijze vermeld dat hij persoonlijk die Joegoslaven op het matje had geroepen. Er was dus in ieder geval het begin van tactisch bewijs bij de recherche over de zaak. Er was zelfs twee keer informatie over binnengekomen.

Voorzichtig

Endstra was in de achterbankgesprekken verder opvallend voorzichtig met het noemen van de naam De Mol. Officier van justitie Koos Plooij wilde naam De Mol het liefst van tafel hebben. Plooij schreef op 26 maart 2009 een brief aan de advocaat-generaal in het hoger beroep tegen Holleeder. Als Endstra op de achterbank spreekt over een ontvoeringsdreiging, bedoelde hij Joop van den Ende, aldus Plooij. We wisten door Van Looijen al zeker dat het ontvoeringsplan Johnny de Mol betrof. Hoe kwam De Mol middels Endstra ter sprake op de achterbank?

 Media

De heren spraken op 4 april 2003 over personen die misschien zouden worden afgeperst door Holleeder c.s.. Zakenmensen uit andere business dan het onroerend goed. Endstra noemt Joop van den Ende, maar hij hint op John de Mol. in de volgende passage duidt ‘zijn’ op Holleeder.

Willem: (…) Ik kan nog andere namen eh ik kan nog wel iets zeggen, ik denk dat er nog wel iemand anders ook is uit een heel andere … grote, bekende Nederlander die een beetje in zijn greep zit. Maar daar komen we op als jullie met een plannetje komen.

Jan: Nou, mag je wel zeggen.

Willem: Hmmm.

Willem: Nou ik denk Joop van den Ende.

Jan: Ik zei net toch al eh media.

Willem: Ja maar ik bedoelde een andere media.

Jan: Ja maar ik bedoel..zijn compagnon.

Willem: Nee maar eh, die hebben ze dus geholpen. Nou dan hou ik mijn hart alweer vast.

Jan: Hoezo?

Willem: Zijn kind werd bijna ontvoerd ofzo
(…)

Officier van justitie Koos Plooij wilde niet dat de naam De Mol in de Kolbak-zaak of in de Paarlberg-zaak genoemd werd. Volgens hem was De Mol op geen enkele wijze. Er kwam wel een ‘John’ voor maar dat ging zuiver en alleen over John Wijsmuller. Terwijl Endstra en Van Looijen duidelijk spreken over De Mol.

(wordt vervolgd)

Zie ook:

Bedreiging De Mol in Holleeder-Endstra-dossier (#1)