Bruinsma en Houtman in de kunst

Kunst en criminaliteit gaan goed samen. Dat blijkt maar weer eens uit de diefstal van twee schilderijen van de Hollandse meesters Frans Hals en Jacob van Ruysdael uit het museum het Hofje van Mevrouw Van Aerden, in Leerdam in de nacht van donderdag op vrijdag. Voor de tweede keer. In 1988 waren dezelfde doeken ook al eens geroofd. 

Deze doeken werden in de zomer van 1991 door het ministerie van (toen) WVC en een verzekeringsmaatschappij teruggekocht. De prijs van de ‘bewaarkosten’ was 500.000 gulden. Dat geld ging rechtstreeks naar onbekenden in het milieu.

De Telegraaf suggereerde zaterdag dat de in 1991 vermoordde hasjhandelaar Klaas Bruinsma deze doeken in handen zou hebben gehad. 

De terugkoop was indertijd omstreden. Het ministerie verdedigde de deal met de onderwereld door te stellen dat het om zeer waardevolle werken ging behorende bij het vaderlands erfgoed: ‘van onvervangbare waarde’.

Schilders Frans Hals (1582-1666) en Jacob van Ruysdael (1628-1682) zijn Hollandse meesteers uit de Gouden Eeuw. De twee verdwenen doeken zijn: ‘De twee lachende jongens, van wie één met bontmuts en een bierkruik’ van Frans Hals en ‘Bosgezicht met bloeiende vlier’ van Jacob van Ruysdael.

Er is een zeer groot aantal waardevolle kunstwerken in de wereld spoorloos. Een deel van die werken is uit musea of huizen van particulieren gestolen. Henk Rommy kreeg in de jaren zeventig een veroordeling vor de handel in gestolen schilderijen, onder meer een Rembrandt.

Voor andere criminele kunstconnecties zie hier. De Maastrichtse kunsthandelaar en oprichter van de TEFAF Robert Noortman liet “inbreken” in zijn eigen galerie om verzekeringspenningen op te kunnen strijken. En naar nu blijkt heeft Noortman voor zijn kunstdagen deel uitgemaakt van een Zuid-Limburgse roversclub, waar onder meer Anno Mink toe behoorde.

Er zijn ook verloren kunstwerken die op basis van meer of minder zakelijke afspraken zijn ‘uitgeleend’ en nooit meer terugbezorgd. 

Kunstwerken worden ingezet als onderpand bij deals in de boven- en onderwereld.

Het Parool schreef vrijdag dat de verdachten van de roof in 1988 ook achter de ontvreemding zaten van twee schilderijen uit het Noord-Brabants Museum in Den Bosch in 1990. Dat ging onder meer om de ‘knielende boerin’ van Vincent van Gogh en een ander doek van die schilder.

Die twee werken zijn terugbezorgd in 1993 na tussenkomst van de Amsterdamse crimineel Kees Houtman, die in 2005 werd geliquideerd. Houtman stelde toen als voorwaarde dat het Openbaar Ministerie niet in beroep zou gaan tegen een veroordeling van anderhalf jaar cel wegens hasjhandel. Aldus geschiedde, ondanks dat het OM in eerste instantie tegen Houtman vier jaar eiste.