Burgerinfiltranten in strijd tegen Jihad (UPDATE)

Het Openbaar Ministerie wil burgerinfiltranten inzetten in de strijd tegen jihadisten. Dat zeggen drie officieren van justitie in een interview in het OM-blad Opportuun. ‘Klassieke opsporingsmethodes schieten soms tekort en daarom schrikken we er soms niet voor terug zwaardere bevoegdheden als informanten en infiltranten in te zetten.

Voorkomen

Dat zegt officier van justitie Ferry van Veghel in Opportuun. Hij is de landelijke coördinator van de strafrechtelijke aanpak van jihadisten. ‘De aard van de strafbare feiten vergt dat je – uiteraard binnen de grenzen van de rechtstaat – vér gaat.’ De aanpak van jihadisme is een andere dan in normale strafzaken. Justitie wil niet altijd zaken voor de rechter brengen maar ook acties voorkomen. Dat kan als infiltranten van binnenuit informatie doorgeven bijvoorbeeld over het vertrek van mensen naar Syrië of over geplande aanslagen.

AIVD

In de jihadisme­aanpak heeft het landelijk parket “informatie” en “tactiek” gescheiden. De informatietak vormen de twee landelijke officieren van justitie terrorismebestrijding, Karin Wetzels en Ronald Steen. Zij ontvangen de ambtsberichten van de Algemene Inlichtingen­ en Veiligheidsdienst (AIVD) waarmee formeel informatie moet worden uitgewisseld. Ze hebben ook toegang tot de achterliggende stukken van de AIVD. De tactische tak kan door inzet van infiltranten ook zelf actief informatie winnen.

Discussie

Inzetten van infiltranten of politie-infiltranten is op zich geen verboden opsporingsmiddel. Het kabinet laat een wetswijziging doorvoeren waardoor onder strikte voorwaarden ook de inzet van criminele burgerinfiltranten toch weer mogelijk is. In de zogenoemde IRT-affaire brak een grote discussie uit over de inzet van criminele burgerinfiltranten. Lees in het boek Fred en de Wet hoe de methode leidde tot het opheffen van een groot politieteam dat probeerde de criminele nazaten van Klaas Bruinsma te vervolgen. Twee ministers moesten opstappen door de kwestie.