Celstraffen voor jonge valsemunters
Twee jongens van 18 en 17 jaar zijn door de rechtbank Breda veroordeeld tot deels voorwaardelijke celstraffen van 9 maanden en 5 maanden voor het uitgeven van vals geld. Ze verkochte nagemaakte biljetten aan medewerkers van het programma Undercover in Nederland.
Hoge Raad
De advocaat van de verdachten vond dat geen sprake was van valsemunterij omdat de medewerkers van Undercover in Nederland niets met de biljetten gedaan hebben en de Hoge Raad dit omschrijft als ‘uitgeven’ en het ‘in het verkeer brengen van valse bankbiljetten’. Volgens de rechtbank is door de verkoop het valse geld echter wel degelijk in het verkeer gebracht en daarmee in juridische zin ‘uitgegeven’. Dat de kopers op de hoogte waren van de valsheid van de biljetten en niet de intentie hadden het geld te gaan gebruiken doet hier niets aan af, aldus de rechter.