Conflict Peter R. en justitie over moordzaak
Misdaadverslaggever Peter de Vries concludeert zondag in zijn programma dat justitie ‘willens en wetens een doorbraak in de dubbele moordzaak in Kaatsheuvel links heeft laten liggen’. Peter zegt dat hij in 2010 beeld aan het Openbaar Ministerie heeft overhandigd wat voor een doorbraak had kunnen zorgen in het onderzoek naar de moord op Leon Rombouts en Manita Koenen (zie foto onder).
Een tipgever wist Peter de Vries in 2010 te vertellen wie er betrokken was bij de dubbele moord in Kaatsheuvel. In samenwerking met deze tipgever zette De Vries twee verborgen camera-acties op. De betrokkene zou tot in detail zijn aandeel in deze zaak hebben bekend en ook de rol van de mededaders zou besproken zijn.
De Vries zegt op zijn website dat hij er toen geen uitzending over wilde maken omdat de informatie zo authentiek en concreet was, dat hij naar justitie is gestapt. ‘De nabestaanden verkeerden al 7 jaar in onzekerheid en de oplossing leek nu binnen handbereik. We hebben ervoor gekozen om niet te wachten tot onze uitzendingen weer begonnen, dat vonden we onverantwoord.’
Volgens De Vries heeft justitie dus bijna niks gedaan met zijn informatie. Wanneer Peter informeerde bij het OM, werd hem gezegd dat ‘men er door capaciteitsgebrek nog niet aan toe was gekomen’.
Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag als volgt gereageerd op de uitlatingen van Peter de Vries:
‘Het Openbaar Ministerie in Breda betreurt de bewering van misdaadverslaggever Peter R de Vries dat justitie willens en wetens anderhalf jaar lang een doorbraak in een onopgeloste moordzaak ‘links heeft laten liggen’. De door Peter R de Vries aangeleverde informatie was inderdaad belangwekkend en heeft geleid tot heropening van het strafrechtelijk onderzoek. Dit onderzoek heeft vervolgens helaas niet geleid tot een bewijsbare zaak.
In een persoonlijk gesprek met de broer van het mannelijke slachtoffer hebben de teamleider van de recherche en de officier van justitie uitleg gegeven over de stappen en de werkzaamheden die politie en justitie hebben verricht en nog gaan verrichten.’