Criminoloog Yarin Eski: ‘Meer aandacht voor diepere oorzaken drugscriminaliteit’

Criminoloog Yarin Eski: ‘Meer aandacht voor diepere oorzaken drugscriminaliteit’

Criminoloog Yarin Eski stelt in een interview bij Follow The Money (FTM) dat er meer politiecapaciteit moet naar de aanpak van het middenmanagement in de misdaad, en meer aandacht naar ongelijkheid als oorzaak voor misdaad. ‘De witwassers, de bankiers, de ronselaars: probeer die nou eens net zo actief op te rollen als de uithalers.’

Beeld: de politie pakt uithalers op in de haven van Rotterdam.

Oorzaken

Yarin Eski (1985) deed criminologisch onderzoek in de haven, naar het pakken van uithalers. Hij ziet dat als effectbestrijding van problemen met veel diepere oorzaken. ‘Ik snap ergens wel waarom er zoveel aandacht en geld naartoe gaan. Die uithalers zijn laaghangend fruit: camera’s erop en oppakken maar. Er is ook steeds meer aandacht voor corrupte havenmedewerkers.’

Yarin Eski (foto Vrije Universiteit)

Maar Eski vindt dat er nauwelijks aandacht is voor de diepere vragen, zegt hij bij FTM: ‘Waarom halen soms nog jonge jongens drugs uit de containers. En waarom laten havenarbeiders zich in met drugscriminaliteit, terwijl ze toch een goed inkomen hebben.’

De oorzaak van hun criminaliteit ligt volgens de wetenschapper in een heel grote sociale ongelijkheid, waar wij als samenleving maar niet aan durven komen. ‘Het is voor justitie moeilijk te accepteren dat de verdachten ook slachtoffers zijn van die ongelijkheid.’

Blind

Het klassieke slachtofferdenken bij politiek en justitie heeft volgens de criminoloog plaatsgemaakt voor een tough on crime-retoriek. ‘Die verschuiving maakt blind voor het gegeven dat veel delinquente jongeren zijn weggestopt in bepaalde wijken, en door de samenleving zijn gemarginaliseerd tot doorgewinterde criminelen. Maar vervolgens staan ze ergens in de kou te spotten bij een uithaalklusje, met alle gevaren van dien. Dat is een realiteit waar ze te laat achter komen.’

Legalisering drugs

Eski is voorstander van de legalisering van drugs. ‘Hef zware accijnzen op drugs, stop dat geld in de opsporing van misdaden die nu ongestraft blijven, stop het in de verslavingszorg. Ga er wat volwassener mee om, heb wat meer vertrouwen in de burger.’

Maar als de recherchecapaciteit nu kennelijk toch naar de drugsbestrijding moet: ‘Stop die dan niet alleen in de aanpak van uithalers, terwijl je ook zou kunnen bedenken dat we wat meer aan preventie moeten doen. Dat we de recherche moeten inzetten op de middelgrote jongens en meiden, ofwel op de criminele middenklasse.’ Eski wijst dan op de architecten ervan: ‘Het grote middenmanagement, de witwassers, de bankiers, de ronselaars: probeer die nou eens net zo actief op te rollen.’

Doel

Hij hekelt ook het eindeloze praten over de ‘integrale aanpak’ van de ‘ondermijning’. Daarin is samenwerking een doel op zich geworden. ‘Maar in hoeverre is de georganiseerde misdaad verminderd?’