Het zwijgen van Peter la S.

Om details zit Jesse R. niet verlegen. Naar aanleiding van het verhoor van getuige Peerke S. over de moord op Bethlehem namen de officieren van justitie hem vanmiddag een kruisverhoor af. Ze probeerden hem te vangen met tegenstrijdigheden. Maar de details zitten coherent in het hoofd van R. opgestapeld. Tot twee keer toe moest een officier van justitie zelfs toegeven dat ze zich had vergist. En tegelijk lijkt R. met al die details een steeds aannemelijker reconstructie van de moord op Bethlehem in elkaar te spijkeren. Waarbij kroongetuige La S. zwijgt alsof hij verdachte is.

Kroongetuige Peter la S. ontkent eenvoudig er bij geweest te zijn: nooit in een loods geweest met Bethlehem en Richard Ebeli. Hij kende ze eigenlijk niet eens.

Maar inmiddels vindt hij getuigen Rob de W. en Peter S. plus twee anonieme getuigen (F1 en F3) tegenover zich.

En ook Jesse R. dus. Zo weinig details als La S. in huis heeft over zijn belevenissen, zo veel schudt R. er uit zijn mouw.

R. gaf in zijn verhaal van vandaag aanwijzingen over de identiteit van die F-getuigen. Die twee anonieme getuigen zeggen uit de mond van La S. zelf te hebben gehoord dat hij betrokken was bij de moord op Bethlehem. Het moeten bekenden van zowel R. als La S. zijn.

R. beschreef vandaag twee gelegenheden waarop La S. hem had medegedeeld dat hij F1 en F2 had verteld over de moord in de loods. Eén keer op een hotelbed in de tijd dat hij voortvluchtig was, in november 2004.

Een andere keer wilde iemand – eveneens in de tijd dat R. voortvluchtig was – met La S. en R. afspreken. Of dat wel een goed idee was, vroeg R. aan La S.. Want misschien zou die persoon zich ongemakkelijk voelen bij iemand die op de vlucht was voor de politie. Of misschien belt die iemand wel direct met de politie.

Welnee, had La S. hem verzekerd: ‘Die vertrouw ik helemaal. Daar heb ik zelfs tegen verteld over wat er met Gerrie is gebeurd.’ 

‘Ik vond dat waanzinnig’, zei R. daar vanmiddag over.

Later hadden ze met deze latere anonieme F-getuige in een cafeetje in Hoofddorp nog wat gedronken.

Officier van justitie Betty Wind barstte daarop uit haar rol:

‘Maar als u dat nu zo vertelt, dan moet Peter la S. toch precies weten wie die F-getuigen zijn?’

‘Peter la S. weet allang wie de F-getuigen zijn,’ antwoordde Jesse R. ‘Alleen, als hun identiteit naar buiten komt dan wordt nog veel duidelijker dat het waar is wat ze vertellen. Dus La S. gaat niet zeggen wie het zijn.’

De jongste rechter interveniëerde: ‘Het begint nu op en discussie te lijken, het moet een ondervraging zijn.’

Intussen ondergaat La S. urenlang zwijgend deze verhalen van zijn vroegere boezemvriend Jesse R. Hij kijkt hem aan en luistert. Hij zwijgt noodgedwongen, want hij beschikt niet over de details waarmee Jesse R. overtuigingskracht aan het verhaal over de moord op Gerrie Bethlehem kan meegeven. 

Hij kan niet terugslaan met details, want La S. zegt dat zijn aanwezigheid in de loods, waar Bethlehem het leven liet, van A tot Z verzonnen is. 

Meer over de zaak-Bethlehem:

Jesse R. ziet de bui al hangen 

Oud Hell’s Angel bracht Peerke bij Meijering 

Passage: Het verhaal van Peerke S. 

Het verhaal van Peerke S. #2 

Peter la S.: ‘Ik weet wie de F-getuigen zijn’