De kogel is door de kerk (COLUMN)

Het bewijs is geleverd. Waar ik al jaren van overtuigd was, is ook werkelijk waar. Rechters en advocaten-generaal en derhalve ook officieren van justitie zijn het er samen over eens dat de advocatuur niet deugt. Dat blijkt uit de brief van 11 juli aan de minister van Justitie.

Door Jan Boone

Daarin hebben de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal samen vastgesteld dat advocaten misbruik maken van procesrecht, omdat zij te vaak wraken of de verdediging neerleggen. Om die reden zou er een wetswijziging moeten komen om niet alleen wraking van Rechters te voorkomen maar ook het neerleggen van de verdediging – vaak het laatste redmiddel – te bemoeilijken.

Het komt mij hoogst onwaarschijnlijk voor dat er een wetswijziging zou komen die wraken zal uitsluiten en het neerleggen van de verdediging zal bemoeilijken, maar je weet nooit.

Ik ben dan ook niet geschrokken van deze onzinnige voorstellen, maar waar ik wel van ben geschrokken is het feit dat er kennelijk overleg bestaat tussen rechters en leden van het Openbaar Ministerie. Kennelijk zijn zij – zoals ik vaak heb gedacht – de mening toegedaan dat advocaten “tuig” is dat het procesrecht misbruikt om hun cliënten te verdedigingen.

De reactie van de Nederlandse Orde van Advocaten van 13 juli 2018 gaat mij lang niet ver genoeg. De Orde dient zich naar mijn oordeel rekenschap te geven van het feit dat het hier gaat om een gezamenlijk standpunt van de zittende en staande magistratuur.

Dat de advocaten-generaal en dus ook de officieren van justitie proberen te bereiken dat de verdachte minder rechten krijgt op een eerlijke verdediging, verbaast mij niet. Wel acht ik het schandelijk dat ook de zittende magistratuur – rechters – menen dat de verdachten minder rechten zouden moeten hebben en dit trachten te bereiken door de advocatuur in diskrediet te brengen.

Van het OM verbaast het mij niet: die huilen mee met de wolven in het bos.

Maar het gaat helemaal niet om de vraag of wrakingsverzoeken kansloos zijn, maar om de vraag wat er gebeurt als advocaten namens hun cliënt niet zouden wraken. Immers wraking en het neerleggen van de verdediging is het laatste redmiddel om duidelijk te maken dat wat er in rechtszaken gebeurt, naar het oordeel van de verdachte niet door de beugel kan. De beslissing om te wraken wordt niet genomen door de advocaat, doch door de verdachte, door tussenkomst van zijn advocaat. Er is dan ook geen sprake van misbruik van procesrecht, maar noodzakelijke middelen die de verdachte heeft om zijn recht op een eerlijk proces uit te oefenen.

Het ontgaat de rechters en het OM, dat het vrijwel altijd gaat om het afwijzen van redelijke onderzoekswensen, waarbij ik opmerk dat de Hoge Raad al lang geleden het afwijzen van verzoeken tot het horen van getuigen geen grond tot wraking heeft verklaard.

Tenslotte wijs ik op het feit dat de verdachte geheel afhankelijk is geworden van de Rechters die zijn zaak behandelen. De verschillen tussen de “kamers” bij de hoven en rechtbanken zijn enorm. Het is voor de verdachte maar net wie hij treft. Een enkele keer heeft hij geluk en treft hij Rechters die niet uitgaan van hun overtuiging en daar de bewijsmiddelen bij zoeken in het dossier, maar dat zijn inmiddels de uitzonderingen. Daar zouden de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal zich zorgen over moeten maken.

Jan Boone is strafadvocaat te Wijk bij Duurstede