De man van 150 ton

In een rechtszaak in Mexico tegen een Colombiaanse cocaïnehandelaar is een undercover-operatie van de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) onthuld door een Mexicaans tijdschrift en de New York Times. In de zaak tegen Harold Mauricio Poveda-Ortega (alias Konijn, foto) blijken informanten van de DEA voor tientallen miljoenen te hebben witgewassen. Poveda-Ortega is verdacht van het verschepen van 150 ton cocaïne voor een Mexicaans kartel.

De Verenigde Staten vraagt Mexico om zijn uitlevering. Uit die uitleveringszaak zijn stukken uitgelekt die een beeld geven van de enorme proporties van de DEA-operatie. Vorige maand berichtte de New York Times voor het eerst (DEA wast vele mijoenen wit) over het bestaan van dergelijke trajecten waarbij de DEA drugshandelaren en witwassers in Mexico aanstuurt zonder ondersteunende wetgeving of controle. De reden voor deze trajecten is de bestrijding van Mexicaanse drugskartels. 

Doel van de operatie was het infiltreren van de organisatie van Poveda-Ortega om daarmee het Mexicaanse Beltran-Leyva-kartel aan te pakken. Of dat is gelukt is nog bekend. De leider van het kartel, Arturo Beltran Leyva, is in een vuurgevecht met Mexicaanse politie omgekomen in 2008. 

Beltran-Leyva is een kleinere afsplitsing van het grootste kartel (Sinaloa-kartel) en opereert in een gebied aan de Mexicaanse westkus; de groep werkt samen met Los Zetas dat vooral aan de oostkust actief is.

De documenten beschrijven hoe DEA-personeel samen met Mexicaanse counterparts en een Colombiaanse informant in 2007 een aantal maanden samen heeft gewerkt. Daarbij zijn miljoenen dollars weggesluisd en werd zeker één cocaïne-zending begeleid, van Colombia via Dallas naar Madrid. De DEA denkt dat Poveda-Ortega tussen 2000 en 2010 150 ton coke heeft weggestuurd, vooral naar de Verenigde Staten.

De DEA stelt tegen de Times dat er door de actie veel drugshandelaren van middel- tot topniveau zijn gevangen gezet of gedood.

‘De enige manier om grensoverstijgende misdaad te bestrijden is door grensoverschrijdende samenwerking van de opsporing. Deze samenwerking houdt in dat opsporingsdiensten van meerdere landen samenwerken en daarbij steeds hun respectievelijke wetgeving respecteren.’

Volgens de DEA liep het infiltratie-traject alleen in 2007. Poveda-Ortega is pas in 2010 in Mexico aangehouden, nadat hij in 2008 wist te ontsnappen. In zijn Mexicaanse huis werden honderdduizenden dollars in beslag genomen. In zijn huis bleken ook twee leeuwtjes aanwezig te zijn.

‘Zo lang lopen deze trajecten nu eenmaal’, zegt een anonieme bron tegen de Times.

Overigens doken in een andere rechtszaak zeer sterke aanwijzingen op dat de DEA een deal heeft gemaakt met het Sinaloa-kartel. De dienst zou dat kartel met rust laten in ruil voor informatie over de andere groepen.

De Colombiaanse informant is in 2003 aangehouden voor drugshandel. Daarna benaderde hij in januari 2007 Poveda-Ortega. DEA-personeel deed alsof ze zijn compagnons waren die financiële zaken voor hun rekening namen. Andere DEA-agenten poseerden als piloten die aanboden coke voor 1000 dollar per kilo over de wereld te vliegen.

De DEA had een bankrekening in Dallas geopend speciaal voor het project. In de rechtszaak tegen Poveda is sprake van een miljoen dollar. Maar hoeveel er voor andere handelaren is witgewassen en waar dat geld is gebleven is niet duidelijk.

Zie New York Times.

Lees hier over de achtergronden van de drugsoorlog in Mexico.