Derde arrest hof: 14 jaar voor doodslag

Het gerechtshof in Arnhem heeft uitspraak gedaan in de slepende rechtszaak rond de dood van de Venrayse Kathleen Cremers. Haar man Erik E. is veroordeeld tot 14 jaar cel voor doodslag. De Hoge Raad verwees de zaak in februari voor de tweede keer terug naar het hof. E. stak zijn vrouw in blinde woede ongeveer 70 keer met een mes en een schroevendraaier. Daarna sneed hij haar de keel door. De loop van de procedure is bizar te noemen.

Doodslag

De rechtbank in Roermond veroordeelde E. in november 2007 voor doodslag tot 15 jaar. E. ging daartegen in hoger beroep en het gerechtshof in Den Bosch sprak E. op 8 oktober 2008 vrij. De advocaat-generaal ging tegen dit arrest in cassatie bij de Hoge Raad.

Moord

Op 16 maart 2010 vernietigde de Hoge Raad het arrest van het hof. De zaak ging terug naar het gerechtshof Arnhem die de zaak opnieuw moest behandelen. Het gerechtshof Arnhem heeft de verdachte bij arrest van 15 oktober 2012 voor moord veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar. Ditmaal ging E. in hoger beroep. Op 18 februari 2014 heeft de Hoge Raad het tweede arrest van het hof vernietigd en de zaak teruggewezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Vrijspraak

Het hof sprak E. maandag vrij van moord. Het hof sluit niet uit dat E. heeft gehandeld in een opwelling, Daarnaast is het mogelijk dat de gelegenheid tot (het voor bewezenverklaring van moord vereiste) beraad eerst tijdens de uitvoering van het besluit is ontstaan, namelijk tijdens het wisselen van de verschillende door verdachte gebruikte wapens.

Contra-indicatie

Naar dit laatste oordeel van het hof is niet vast komen te staan dat verdachte de tijd en gelegenheid heeft gehad voor kalm beraad en rustig overleg, dat is vereist voor een bewezenverklaring van moord. Daarentegen is er wel een contra-indicatie voor moord, vindt het hof. 

Ontkend

Verdachte heeft lange tijd ontkend dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan de dood van zijn vrouw. In 2011 heeft verdachte voor het eerst een (deels) bekennende verklaring afgelegd. Ook gaf hij toe dat hij haar had geslagen met een stuk hout en dat ze vechtend op de grond hadden gelegen. Maar hij hield vol dat een mysterieuze andere man, die op dat moment in het huis aanwezig zou zijn geweest, zou haar de keel hebben doorgesneden. Die man is nooit gevonden. Het hof rekent het de verdachte zeer zwaar aan dat hij ook nu – inmiddels ruim acht jaar na het plegen van het feit – kennelijk nog steeds niet de volledige verantwoordelijkheid voor de dood van zijn vrouw lijkt te nemen en de waarheid vertelt.

Rouwproces

In plaats daarvan stelt verdachte dat hij zich veel van die avond niet meer kan herinneren en dat het wel zo zal zijn gebeurd omdat het uit de stukken blijkt. Het hof rekent deze langdurige ontkenning door verdachte als strafverzwarende omstandigheid mee. Daardoor zijn de nabestaanden immers lange tijd in onzekerheid gebleven over de identiteit van de veroorzaker van de dood van het slachtoffer, hetgeen het rouwproces zonder veel twijfel heeft bemoeilijkt.