Die goeie ouwe tijd?
‘Zestig politiemensen kwamen vanaf 1875 om het leven door geweld tijdens hun werk. Bijvoorbeeld omdat de arrestant begon te schieten. “Kijk altijd uit voor een of andere gek”. Oud-commissaris Jan Blaauw schreef een historisch feitenrelaas.’ Dat schrijft De Pers vandaag.
”Op datzelfde moment vuurde Wijkstra met een Browning-pistool door die kier zeven kogels af op beide veldwachters. Van der Molen kreeg een schot in het hoofd en viel dodelijk gewond neer. Hoving raakte door de schoten zwaargewond, maar zag toch kans weg te rennen en dekking te zoeken achter een paar bomen. De twee andere veldwachters, Werkman en Meijer, vluchtten eveneens naar een geschikte dekking. Wijkstra liet het daar niet bij.’
Grootegast, 1929. Het Groningse dorp werd op 18 januari bekend in heel Nederland toen IJje Wijkstra vier veldwachters doodschoot. Een voorbeeld van de goede oude tijd, zoals Jan Blaauw dat in zijn boek Moord op een diender heeft beschreven.
‘Die goeie oude tijd’, herhaalt oud-commissaris Blaauw nog een paar keer spottend op zijn zolderkamer in Berkel en Rodenrijs, waar hij tweeënhalf jaar aan zijn laatste boek heeft gewerkt. Een historisch feitenrelaas over Nederlandse politieambtenaren die door geweld om het leven kwamen, zoals de ondertitel luidt. Het zegt alles.
Blaauw heeft in zijn boek opgeschreven hoe zestig politiemensen in de periode 1875-2011 tijdens uitoefening van hun werk door (crimineel) geweld de dood vonden. De oorlogsjaren heeft Blaauw buiten beschouwing gelaten, omdat die periode zo atypisch is. Gedurende de bezetting werden 123 politiemensen omgebracht door de Duitsers. Maar zoals gezegd, die komen niet voor in het boek.
Blaauw heeft zich geconcentreerd op de ‘gewone’ jaren. ‘Ik was al jaren van plan vanuit eerbetoon en historische overwegingen dit boek te schrijven. Ik wilde weten hoe het zat met het aantal en onder welke omstandigheden ze zijn omgebracht.’ Toen in 2006 de Tuin van Bezinning in Warnsveld werd geopend, werd de gedachte van Blaauw nog sterker. De tuin is een monument ter nagedachtenis aan alle politiemensen die na de Tweede Wereldoorlog tijdens het werk zijn omgekomen.
Blaauw begon voor zijn boek ook met de jaren na 1945, omdat de namen van die politiemensen in de tuin waren geregistreerd. ‘Toen ik daar mee bezig was, dacht ik: waarom zou ik niet ook zo’n periode nemen van voor de Tweede Wereldoorlog, de goede oude tijd zoals dat heet. Na de Tweede Wereldoorlog gaat het om 24 doden, in de 65 jaar ervoor om 36 doden, inclusief vier die door een ongeluk met stropers om het leven zijn gekomen en een door eigen vuur. Maar dat neemt niet weg dat het er in die periode meer zijn en dat ze in gruwelijkheid niet onderdoen voor de latere jaren.’ Om de verhalen goed in kaart te brengen en te documenteren reisde hij het hele land door om in de archieven te snuffelen. ‘Ik denk niet dat ik iets heb gemist.’
Het resultaat is een boek van bijna 300 pagina’s waarin Blaauw in zes hoofdstukken alle dodelijke incidenten beschrijft. Het is geen chronologische opsomming.
(…)
Lees verder De Pers.