Dna-spoor moord Groningse prostituee

De recherche beschikt door nieuwe forensische technieken over een dna-spoor van de vermoedelijke moordenaar van de Groningse prostituee Antoinette Bont. Dat meldt Dagblad van het Noorden. Het lichaam van de 24-jarige prostituee werd in 1995 zwaar verminkt in verschillende delen gevonden. Haar romp was verpakt in plastic, haar ledematen zaten in een sporttas. Het hoofd van de vrouw is nooit gevonden.

Uit de tas en van het plastic waarin de romp was verpakt, is een dna-spoor gehaald. Volgens Ton Haring, chef van het coldcaseteam, is het een belangrijke ontwikkeling. ‘De dna-sporen zijn van dezelfde persoon’, aldus Haring tegen Dagblad van het Noorden.

‘Hopen op match’

‘Omdat het dna op de verpakking zat, moet het haast wel van de moordenaar zijn of van iemand die bij de moord of het dumpen van het lichaam betrokken was. Een daderprofiel dus. Het dna zit nu in de landelijke databank. Nu is het open op een match.’

Het is volkomen onduidelijk wat Bont is overkomen in juli 1995. Het politieonderzoek richt zich eerst op de tippelzone. De recherche weet te achterhalen wat de prostituee de laatste avond van haar leven heeft gedaan. Ze is onder meer gezien in een witte Citroën BX.

Later, rond kwart over een ’s nachts, zien getuigen Bont in een rode auto. Een klein uur later heeft ze veel geld bij zich en koopt voor 300 gulden heroïne. Ze betaalt de drugs gedeeltelijk in Duitse marken, wat gebruikelijk is: de prostituees in Groningen krijgen veel Duitse klanten. Ze deelt de drugs met andere tippelaarsters en zegt dat ze haast heeft omdat er nog klanten staan te wachten.

Kogeltjes uit hagelgeweer

Dat is de laatste keer dat Bont levend wordt gezien. Uit de sectie blijkt dat ze ernstig is gemarteld voor ze is vermoord. Zo worden er op en onder haar huid tientallen kogeltjes gevonden die zijn afgeschoten met een hagelgeweer. Ook wordt op het lichaam haren van een Duitse herder gevonden. Daarnaast weet het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) vijf dna-profielen te isoleren van mannen die hoofd- en schaamharen op haar lichaam achterlieten.

De politie komt twee verdachten op het spoor. Een van hen is een kennis van Bont en zou haar weleens hebben bedreigd. Hij heeft een herdershond. De man meldt zich zelf bij de politie en verklaart dat hij op de plaats waar de sporttas is gevonden een man heeft gezien met een tas onder zijn armen. De man gedroeg zich vreemd.

Het signalement dat hij van de wandelaar geeft, lijkt precies op dat van hemzelf. Hij ontkent echter iets met de moord te maken te hebben en ook uit onderzoek blijkt dat hij niet de dader is.

Jasper S.

Na onderzoek komt de politie uit bij de tweede verdachte, een Duitser die eerder klant zou zijn geweest van Bont. Hij bezit een witte Citroën BX, een van de auto’s waarin Bont op de avond van de moord heeft gezeten. De vriendin van de Duitser heeft een Duitse herder. Maar ook het onderzoek naar de Duitser levert niets op.

Ook Jasper S., de moordenaar van Marianne Vaatstra, is even onderzocht voor de moord op Bont en vier andere prostituees in Groningen. S. heeft na zijn arrestatie voor de moord op Vaatstra tegenover de politie bekend dat hij regelmatig op hoerenbezoek ging in Groningen. Zijn dna werd daarom vergeleken met de sporen, voor zover beschikbaar, van alle vijf de zaken. Dit leverde niets op. Hij is niet ondervraagd omdat hij niet als verdachte is aangemerkt.