‘Dna van zelfdoders kan misdrijven oplossen’

Het afnemen van dna bij mensen die zelfmoord plegen, kan doorbraken opleveren in onopgeloste misdrijven. Volgens Donate Ufkes en Mette Rurup, recherchedeskundigen bij de forensische opsporing van politie Midden-Nederland, nemen mensen die zelfmoord plegen regelmatig een geheim mee in het graf.

Dat zeggen zij tegen De Telegraaf. Dna-onderzoek onder mensen die zelfmoord hebben gepleegd, is niet bij wet geregeld. Ufkes en Mette Rurup dringen daarom aan op ruimere regelgeving.

Bloed van de rails

Als voorbeeld noemen de twee forensisch rechercheurs de moord op de elfjarige Arthur Ghurahoo, die in 1986 om het leven kwam. De dader had zelfmoord gepleegd; dankzij dna-onderzoek kon de zaak in 2005 alsnog worden opgelost.

Destijds schakelde de politie een profiler in, die dacht dat de dader zelfmoord zou kunnen plegen uit gewetensnood. De politie hield daarop alle zelfmoorden in de gaten. De dader sprong uiteindelijk voor de trein. Zijn lichaam was al gecremeerd, maar de recherche kreeg toestemming om bloed van de spoorrails te halen. Dat dna bleek te matchen met de dadersporen.

Grotere kans

Onderzoek in Denemarken suggereert dat de kans dat een man die zelfmoord pleegt een misdrijf op zijn geweten heeft, twaalf keer groter is dan bij een man die dat niet doet. Bij vrouwen zou dat zelfs dertig keer groter zijn.

Ufkes zegt regelmatig gevallen tegen te komen waarvan wordt vermoed dat de suïcidepleger een misdrijf heeft gepleegd. ‘Een zelfdoder waarbij een computer met kinderporno wordt aangetroffen bijvoorbeeld.’ De VVD heeft een voorstel ingediend waarin wordt toegestaan bij dergelijke gevallen dna af te nemen.